Betty Kooistra geeft tuinvogellezing in Drachten. 'De tuin moet niet te netjes'

Velen met een tuin zien ze regelmatig vliegen. De huismus, het roodborstje, merels of het koolmeesje. Of de vink, de pimpelmees of de groenling. Minder mensen weten dat bijvoorbeeld de pimpelmees een blauw petje heeft en de koolmees een zwarte kop.

Natuurgids Betty Kooistra (66) uit Burgum is werkzaam bij IVN en heeft een passie voor alles wat vliegt en kruipt in de natuur. Tijdens de lezing in bibliotheek Drachten vertelt ze niet alleen over de eigenschappen van de verschillende tuinvogels, ze geeft allerlei tips om de tuin in te richten. Reserveren voor de lezing kan via bibliotheekdrachten.nl .

Opleiding

„Ik ben geboren in Oudega (Sm.). daar opgegroeid en na mijn trouwen verhuisd naar Burgum. Ik was vroeger veel in de natuur, we woonden buiten het dorp. In de weiden spelen, eieren zoeken. De huishoudschool doorlopen, in de tijd dat meisjes nog niet hoefden door te leren”, klinkt het met enige spijt. „Veel later kwam ik in contact met de Vogelwacht, en heb ook een opleiding voor IVN natuurwacht gedaan. In 1999 het diploma behaald.”

„Ik ben nu vrijwilliger bij It Fryske Gea, zit in een docententeam van IVN en volgde een opleiding voor wilde flora. En veel reizen gemaakt, naar Duitsland, Zweden en Frankrijk. Vooral voor de natuur en vogels”, laat de Burgumse weten. „Vooral de samenhang in de natuur is boeiend. Of ik bezorgd ben? Jazeker, de huidige situatie baart me zorgen. Als je ziet hoe de landbouw van na de oorlog geworden is, met kunstmest en alles groot, groter, grootst. Er zullen vogelsoorten verdwijnen, en ook nieuwe bijkomen. Maar je ziet ook steeds minder insecten. Er is een samenhang. Ik zeg altijd, als je een trap hebt en je haalt een trede weg, dat stort hij in.”

Niets gehoord

„We moeten hier een balans in vinden, de natuur de kans geven. Niet denken dat we het allemaal wel weten. Het wordt wat vogels betreft steeds stiller in de greide, ik kom steeds vaker thuis dat ik niets gehoord heb. Aan de andere kant zie je wel spechten dichterbij komen, zoals de groene specht. Die zag je vroeger niet. Die zitten soms in het gras en hebben dan mieren gevonden.”

De tuin aantrekkelijker maken voor vogels hoeft niet veel moeite te kosten. „Het moet niet al te schoon, je moet een beetje ruige tuinier zijn. Dus niet schoffelen. Het gaat om voedsel, veiligheid, nestgelegenheid en variatie. Het kan ook best een balkon zijn. En dan vooral inheemse planten gebruiken, niet van die pretpakketten met planten waar vogels geen voedsel uit kunnen halen. En kijk eens bij de buurman. Je hoeft niet een grote tuin te hebben, alles helpt.”