Vastgoedmiljonair Jeroen Schothorst verliest kort geding tegen Nyck de Vries

Nyck de Vries.

Nyck de Vries. Foto: ANP/Remko de Waal

Nyck de Vries is in het gelijk gesteld door de voorzieningenrechter van de rechtbank van Amsterdam. Dat betekent dat de Formule 1-coureur niet al zijn afgesloten contracten en een overzicht van zijn inkomsten van de voorbije jaren hoeft te overleggen aan Jeroen Schothorst, die een kort geding had aangespannen.

Vastgoedmiljonair Schothorst leende De Vries in 2018 een bedrag van 250.000 euro. In de daaropvolgende jaren betaalde De Vries 3 procent rente per jaar en moest hij volgens afspraak ook de helft van zijn Formule 1-inkomsten afstaan. Door de jaren heen betaalde de coureur daarop een bedrag van bijna 190.000 euro.

Kort geding

Schothorst eiste in het kort geding dat De Vries zijn boekhouding van de voorbije jaren zou overleggen, omdat de investeerder vermoedde dat de coureur informatie achterhield. De voorzieningenrechter oordeelt dat dit tijdens het kort geding onvoldoende aannemelijk is geworden en dat De Vries aan alle betalingsverplichtingen heeft voldaan.

Investeringsbedrijf Investrand van Schothorst is veroordeeld tot het betalen van de proceskosten. Schothorst kondigde eerder al aan een bodemprocedure te zullen starten. De bodemrechter zal de hele zaak bekijken.

Bodemprocedure

De Vries is van mening dat de overeenkomst tussen beide partijen na 2022 is komen te vervallen, omdat hij in dat jaar nog geen Formule 1-coureur was. Schothorst stelt echter dat De Vries vorig jaar als test- en reservecoureur (en invaller voor Alex Albon in Monza) wel degelijk AlphaTauri-coureur was en dat hij dus ook dit jaar recht heeft op vijftig procent van de koningsklasse-inkomsten van De Vries. Een rechterlijk antwoord op die vraag volgt dus pas tijdens de bodemprocedure.

„Ik heb richting Investrand aan al mijn verplichtingen onder de leningsovereenkomst voldaan en hem steeds alle informatie verstrekt waarop hij onder de leningsovereenkomst recht had”, zegt De Vries in een reactie. „Dat de rechter mij in het gelijk heeft gesteld, lag wat mij betreft dan ook in de lijn der verwachting. Hopelijk gaat de wind nu liggen en kan ik mij focussen op de voorbereiding op het Formule 1-seizoen.”