Passend onderwijs? Het is een utopie | opinie

 ‘We zijn in onderwijsland wederom doorgeschoten.’  Foto: ANP

‘We zijn in onderwijsland wederom doorgeschoten.’ Foto: ANP

Met grote regelmaat verschijnen in de media artikelen over de in 2014 ingevoerde Wet passend onderwijs en hoe die uitwerkt.

Als oud-teamleider in het voortgezet onderwijs is dit een onderwerp dat ik nog steeds met veel interesse volg, hoewel ik al bij de invoering sceptisch was en dat ook nog steeds ben. Sterker, afgaande op de vele signalen alsook de veranderingen in de afgelopen jaren, kan ik niet anders concluderen dat deze wet niet naar behoren functioneert.

Te veel kinderen die eigenlijk alleen gebaat zijn bij speciaal onderwijs, komen nu in eerste instantie terecht in het reguliere onderwijs waar ze niet thuishoren en niet de juiste aandacht krijgen. De route naar regulier onderwijs is slechts haalbaar voor een klein deel van de kinderen die voorheen naar het speciaal onderwijs gingen, maar alleen met de juiste hulp en begeleiding.

Speciale leerbehoeftes

Ook voordat er officieel ‘passend onderwijs’ was, verwelkomden diverse scholen al kinderen met speciale leerbehoeftes die mogelijk met wat extra ondersteuning ook in het reguliere onderwijs hun draai zouden kunnen vinden. In goed overleg met andere professionals werd maatwerk toegepast om zo’n kind in het reguliere onderwijs te laten meedraaien. Deze kinderen kwamen meestal dus al aan op de voor hen passende plek.

Ik zou minder knorrig zijn over het effect van de wet als er nu, zoals beoogd, op alle scholen stevig zou worden ingezet om een veel grotere groep kwetsbare leerlingen goed te kunnen laten landen. Ik denk dan aan intensieve trainingen voor leerkrachten in het reguliere onderwijs, maar zeker ook aan het verkleinen van klassen. Helaas is de realiteit vaak anders en ontbreken op de meeste plekken zulke noodzakelijke maatregelen – vaak vanwege het ontbreken van financiële middelen en door verkeerde beleidskeuzes.

Overvolle klassen

Ik maak me met name zorgen over de veel beperktere toegang tot het speciaal onderwijs, een dure vorm van onderwijs. Veel scholen voor speciaal onderwijs, waar de klassen veel kleiner zijn, sluiten langzaamaan de deuren. Docenten voor speciaal onderwijs worden een voor een weggebonjourd en hun collega’s in het reguliere onderwijs mogen een taak vervullen waar ze niet voor zijn opgeleid. Hoe graag ze het misschien ook willen: gespecialiseerde begeleiding geven aan kwetsbare leerlingen met ieder hun eigen problemen en behoeftes, is voor hen gewoon vaak niet te doen. Tel daar dan ook nog eens de overvolle klassen bij op waar het reguliere onderwijs mee te kampen heeft en u heeft het beeld.

Ook vraag ik me af hoe de ambitie om zo veel mogelijk kinderen te bedienen binnen het reguliere onderwijs, zich verhoudt tot de toenemende roep in de samenleving om alternatieve vormen van onderwijs. Dat er steeds meer initiatieven komen, veelal van ouders en onderwijskundigen, om kinderen op een andere wijze te laten leren, staat volgens mij haaks op de gedachte dat het mogelijk moet zijn om met maatwerk vrijwel ieder kind in het reguliere onderwijs te laten slagen. We zijn in onderwijsland wederom doorgeschoten. Het is een utopie te geloven dat het huidige onderwijssysteem in Nederland elk kind als een jas past.

Andere belangen

Jaren geleden was ik al van mening dat er ook andere belangen speelden dan alleen het welzijn van kwetsbare kinderen, financiële belangen wel te verstaan. Nu merk ik dat mijn scepsis door de huidige praktijk alleen maar is toegenomen.

Mijn conclusie is dan ook dat het idee van passend onderwijs mooi is, maar dat de uitvoering, ondanks de inzet en goede wil van de onderwijs- en zorgprofessionals, te vaak tekortschiet. De financiën hebben het ook hier gewonnen van het beschermen van een grote, kwetsbare groep. En dat is een verdrietige constatering.

Maud Schenk is projectleider laaggeletterdheid in Venlo en oud-teamleider in het voortgezet onderwijs.