Lelylijn alleen voor het Noorden? Welnee. Ook nationaal en internationaal is de treinverbinding van groot belang | opinie

‘Met de aanleg van de Fehmarnbelt-tunnel laat Denemarken zien hoe het ook kan.’ FOTO AFP
Met belangstelling hebben we de afgelopen maanden de discussie gevolgd over de Lelylijn. Daarbij vielen enkele zaken op. Zo gaf spoorbeheerder ProRail aan dat de Lelylijn vooral voor het ‘Noorden’ bedoeld is. Maar de Lelylijn voegt op verschillende niveaus hoogwaardig openbaar vervoer toe: regionaal, nationaal en internationaal. Een paar voorbeelden om dit toe te lichten.
Op donderdag 17 november vond een zwaar ongeval plaats tussen twee goederentreinen nabij Hannover. Dit had direct tot gevolg in het internationale verkeer dat de spoorverbinding via Hengelo niet verder kwam dan Hannover en ook de treinen uit het Ruhrgebied in die stad strandden. Een route via Noord-Nederland naar Duitsland had in dit geval een goed alternatief kunnen zijn voor treinreizigers.
Van Groningen naar Brussel
Regelmatig wordt over de Lelylijn gezegd dat de regio te weinig mensen biedt voor een fatsoenlijke exploitatie. Maar de Lelylijn kan samen met de HSL-Zuid (Amsterdam – Brussel) van Groningen tot Breda meer dan 10 miljoen Nederlanders bedienen. Groningen – Breda is technisch gesproken in zo’n twee uur mogelijk. Via Breda wordt ook de verbinding Groningen – Brussel direct mogelijk.
Denemarken, met ongeveer 6 miljoen inwoners, laat zien hoe het ook kan, met de aanleg van de Fehmarnbelt-tunnel tussen het Duitse eiland Fehmarn en Denemarken. Een bijna 18 kilometer lange tunnel voor treinen en auto’s, die de reistijd tussen Kopenhagen en Hamburg van 4,5 terugbrengt naar 2,5 uur, door een relatief dunbevolkt gebied.
Studenten langs A6 en A7
Deze maand gaat in Duitsland een nieuwe sectie van het hogesnelheidsspoor in bedrijf. Die is ontworpen op een snelheid van 250 kilometer per uur en maakt onderdeel uit van de versnelling van de treinen tussen Stuttgart en München. Ook hier is bij de aanleg veel aandacht geweest voor de regionale stations aan deze lijn. Die worden straks bediend door een snelle stoptrein van 200 kilometer per uur.
Uit diverse onderzoeken blijkt dat de buslijnen van Q-liner en Q-link onvoldoende OV-kwaliteit bieden om voldoende reizigers te trekken. Een Lelylijn met stations op de juiste locaties in Friesland maakt de bereikbaarheid groter voor studenten langs de A6 en A7. Lemmer, Joure, Heerenveen, Drachten en Leek kunnen daarmee worden bediend.
Nederland blijft achter
Nederland heeft in 2011 al het Witboek Vervoer 2050 ondertekend. Hierin staat onder meer de ambitie om reizigers die zich nu nog bedienen van korte vluchten met het vliegtuig in snelle treinen te krijgen. Maar Nederland heeft sinds 2011 niet veel gedaan op dit terrein. Het bestaande netwerk biedt niet de mogelijkheden voor een hoogwaardige aanpassing van het spoor. Het is goedkoper en efficiënter om nieuwe snelle lijnen aan te leggen die snelheden tussen de 200 en 320 kilometer per uur toestaan.
In Europees perspectief blijft Nederland achter bij de andere lidstaten. Enerzijds moet het meer vaart maken met het indammen van vliegverkeer door te investeren in snelle sporen naar Duitsland. Aan de andere kant door vooral middelen in de Randstad te blijven steken. Zo komen bestuurders de afspraken over hoogwaardig grensoverschrijdend spoor onvoldoende na.
Ton Ettema (Friesland), Menno Visser (Groningen) en Will Gerbers (Drenthe) zijn voorzitters van de noordelijke afdelingen van reizigersvereniging Rover