Klamp niet vast aan pensioenleeftijd | opinie

‘Met een andere blik maken we doorwerken na het pensioen toegankelijk voor ieder die wil.’ Foto: Shutterstock

‘Met een andere blik maken we doorwerken na het pensioen toegankelijk voor ieder die wil.’ Foto: Shutterstock

Met pensioen gaan op een vastgepinde leeftijd (67 jaar) doet de maatschappij geen goed. Ouderen moeten de vrijheid krijgen om deels door te werken als ze dat willen. Dat helpt ook het personeelstekort tegen te gaan.

Er zijn genoeg redenen om te blijven werken na je 67ste, maar met pensioen gaan lijkt de standaard te zijn in onze maatschappij. Dat komt doordat er een globale levensplanning klaarligt, al voordat iemand wordt geboren. Als je vier bent, ga je naar school. Ergens in je tienerjaren kies je een opleiding of studie. Zodra je een diploma op zak hebt, ga je werken. Gedurende je loopbaan wissel je waarschijnlijk een paar keer van baan, totdat je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt. Dan mag je stoppen met werken en heb je zeeën van tijd om te doen wat je wil.

Dat klinkt aantrekkelijk, maar de realiteit is dat dit voor veel mensen niet zo is. Zij vallen in een gat. Zodra ze geen werk meer hebben, ontbreekt ritme en structuur in hun leven. Waar de één zich prima vermaakt, mist de ander reden om ’s ochtends uit bed te komen. Zeker als iemand verder weinig sociale activiteiten heeft, kunnen de dagen thuis – al dan niet met partner – lang duren.

Ritme en structuur

Van al dat stilzitten word je bovendien niet fitter. Het is eigenlijk heel gek dat we een datum vastplakken aan stoppen met werken en dat het niet een fase is waarin werk langzamerhand een andere rol krijgt in ons leven.

Blijven werken is wat dat betreft zo gek nog niet. Het biedt ritme en structuur. Er is een reden om de deur uit te gaan, een activiteit voor de dag en het zorgt voor contact met andere mensen. Daarnaast worden mensen gezonder oud als ze actief blijven. Mensen hoeven echt niet meer die veertig uur in de week te werken zoals ze altijd deden. Of dezelfde baan te houden. Het is juist mooi als mensen iets kunnen doen waar ze blij van worden. En daar verdienen ze dan ook nog iets extra’s mee. Wat wil je nog meer?

Naast dat het voor de persoon in kwestie veel voordelen kan bieden om te blijven werken, levert het ook de maatschappij, zeker nu, een groot voordeel op: meer arbeidskracht. Dit vraagt wel een nieuwe indeling van werk. Oudere werknemers werken namelijk vaker parttime en doen veelal minder fysiek en specialistisch werk.

Twee vliegen in één klap

Zo is er een groot tekort aan goed opgeleide monteurs. Minder specialistische werkzaamheden, zoals het onderhoud van een apparaat, zou je door iemand kunnen laten uitvoeren die hiervoor is getraind. En laat er nu een flink aantal gepensioneerde mannen zijn die hiervoor uitermate geschikt zijn. Door werkzaamheden op te delen sla je twee vliegen in één klap.

Ik begrijp dat dit eenvoudiger klinkt dan het is. Het vraagt natuurlijk veel qua planning, organisatie en communicatie binnen een bedrijf. Maar toch zouden Nederlandse werkgevers deze mogelijkheden moeten onderzoeken. Niet alleen als het gaat om monteurs, maar ook als het gaat om werkzaamheden in de zorg, de logistiek, het onderwijs of waar dan ook.

Flexibel zijn

Organisaties in Nederland roepen graag om fulltime personeel, terwijl we als land ook recordhouder parttime werken zijn. Twee keer twintig uur maakt ook veertig uur en biedt bovendien meer continuïteit. Laten we vooral eens buiten de gebaande paden treden en flexibel zijn. Dat brengt veel meer dan achteroverleunen en wachten tot de perfecte fulltime kandidaat solliciteert.

Met een andere blik maken we doorwerken na het pensioen toegankelijk voor ieder die wil. Op een manier die leuk is en past bij het leven van de gepensioneerde. Zo worden we met z’n allen gezonder oud én neemt het personeelstekort af.

Mark van der Stok is mede-eigenaar van een klusbedrijf voor gepensioneerde vakmannen