IJsselmeerwater in Friese boezem: wat doet het met onze vissen? | opinie

De havenmond bij de sluis van Stavoren: ‘Door de schade aan het ecosysteem zijn de binnenvissersgemeenschappen rondom het IJsselmeer praktisch verdwenen.’ Foto: Archief LC/Jan de Vries
I n de winter van 1995 bemerkten mijn broers van het Staverse vissersschip ST50 dat op het IJsselmeer de tweedejaars snoekbaarzen (zo’n 35 centimeter) stierven. Dat bleef zich herhalen in de jaren daarna. Ook de wintervisserij op rode baars liep drastisch terug. De visdiefjes verdwenen van het IJsselmeer.
Toen ten slotte de ‘groene wol’ in het voorjaar niet meer groeide op de stenen in de glooiingen van de dijken, wisten ze dat het ontbreken van fytoplankton, de belangrijke basis van de voedselpiramide, vermoedelijk de oorzaak was. Dit zou veroorzaakt kunnen zijn door giftige stoffen in het aangevoerde Rijnwater (via de IJssel), die eencelligen doodden en ook alles wat verder nodig was om te groeien. Gevolg: geen zoöplankton, spiering, rode baars, snoekbaars en visdiefjes.
Correspondentie over dit onderwerp met het ministerie liep op niets uit. Het probleem werd niet erkend en er werden geen onderzoeken in gang gezet. Mijn broers visten in 2004 alleen nog op brasem. Praktisch de gehele IJsselmeervissersvloot van Stavoren is daarna verdwenen of tegen de zin weggesaneerd.
In februari 2020 berichtte het Journaal dat er gifstoffen in het IJsselmeer komen door illegale en/of legale lozingen. Bij dat laatste valt te denken aan cocktails van medicijnresten die de zuiveringsinstallaties er niet uit krijgen.
Opvallend is het verschil met de situatie in het Markermeer. Een groot meer, gescheiden van het IJsselmeer door de Houtribdijk tussen Lelystad en Enkhuizen. Voor zover ik weet komt er geen Rijnwater naar binnen. Hier is nog steeds sprake van een goede voedselbalans en ‘ligt het droog’ van de snoekbaars, net zoals het IJsselmeer van de jaren 70 en 80 een rijke zee met veel schubvissoorten was.
Voedselketen verstoord
Wetterskip Fryslân laat al jaren helder IJsselmeerwater naar binnen om de Friese boezem op peil te houden. Ik heb altijd gedacht dat de vermenging van IJsselmeerwater met het Friese regenwater geen schade aan de ecologie zou opleveren. Dat veranderde afgelopen juli, toen ik tijdens het vissen op mijn viswater, sprak met twee biologen van het Wetterskip. Nadat ik het verhaal over mijn broers vertelde, gaven ze schoorvoetend toe dat de stand van het zoöplankton op de Snitser Mar bar slecht was. Dit in tegenstelling tot de situatie op de Sondeler Leien, een meertje bij Lemmer waar IJsselmeerwater niet doorheen stroomt. Het overtollige regenwater stroomt alleen uit, de diversiteit van zoöplankton was en is daar wel erg goed. Raakt de voedselketen verstoord, waardoor er bijvoorbeeld een grote afname ontstaat van het aanbod aan muggenlarven? Een muggenlarve moet viermaal verpoppen voordat hij uitvliegt. Is daar wel genoeg voedsel voor?
Ik constateer ook problemen bij de eenden die bij mij in de rietkorven broeden. Eind maart, na het uitbroeden van de eieren, komen ze na veertien dagen terug zonder kuikens en beginnen opnieuw. Soms eind mei voor de derde keer. Er is een sterke afname van het aantal eendenkuikens, de afgelopen vijf, zes jaar. Ook voor eendenkuikens zijn muggen(larven) grotendeels het opstartvoedsel.
Lagere Palingstand
Ik constateer nog meer. Zo moest ik zes jaar geleden als visser mijn geleide netten naar de fuik na drie, hooguit vier weken omhoogtrekken op de palen, zodat de zon en de wind de aangroei van ‘haar’ of ‘wier’ (ruikt naar komkommer) konden doden. Deed ik dat niet, dan waren de netten zo dicht begroeid en daardoor zo zwaar, dat ik ze niet meer omhoog kon krijgen. Die aangroeisnelheid is ondanks de steeds warmere zomers beduidend minder geworden. Op sommige plekken is nauwelijks nog aangroei. Wat zegt dat over het voedselaanbod?
Uit mijn hele weekvangst zoek ik de kleine vette rookaal. Dit is de jonge aal met een scherpe bek waarvan het voedsel hoofdzakelijk bestaat uit zoöplankton, muggenlarven, slakjes en mossels. Waarom is die vangst in zes jaar tijd teruggelopen van 10 à 15 kilo naar nu nog maar 3 à 5 kilo? En dat ondanks de grote hoeveelheden glasaal die wij hebben losgelaten?
Een studie door Wageningen University & Research geeft aan dat het herstel van de palingstand onvoldoende is. Ook dat roept vragen op: heeft die verstoring door IJsselmeerwater een dusdanig effect op de voedselketen dat die duizenden glasalen (3 à 5 gram) niet genoeg aanbod van opstartplankton hebben? En sterven ze massaal de eerste maanden?
Verwacht wordt dat er in de toekomst meer IJsselmeerwater de Friese boezem wordt binnengelaten, vanwege de droogte. Ik heb helaas nog geen rapporten kunnen vinden over de gevolgen van de invoer van dit water op het ecosysteem van de Friese boezem.
Het IJsselmeerwater komt in alle natuurgebieden van Friesland en wordt gebruikt voor irrigatie op het boerenland. Wat doet dit op termijn met de onderwaterfauna en -flora en het bodemleven?
Uit de Alpen komt steeds minder water. Daardoor zal een steeds sterkere concentratie gif de provincie binnenkomen. Moeten we niet stoppen met inlaten van IJsselmeerwater in Friesland en in plaats daarvan de voorjaarsregen bij wijze van spreken bufferen tot onder de graszoden?
Herstelplannen
In mijn ogen ontbreekt het aan handvatten om het IJsselmeer te beschermen. Wordt het niet hoog tijd om het op te waarderen tot rechtspersoon (net als bij de Spaanse lagune Mar Menor gebeurde) zodat er rechtszaken gevoerd kunnen worden? Dit om met alles wat nodig is te achterhalen wat de oorzaak is van de achteruitgang.
Door de schade aan het ecosysteem zijn de binnenvissersgemeenschappen rondom het IJsselmeer praktisch verdwenen, omdat ze noodgedwongen moesten stoppen. Voor de Friese wateren, het ecosysteem en het herstel van de aal kunnen nu nog stappen worden ondernomen zodat dit drama zich niet ook in Friesland zal gaan voltrekken.
Wordt het niet tijd om te kiezen voor een ander waterbeheer?
Everen de Vries is palingvisser, lid van de Friese Bond van Binnenvissers en woont in Terherne .