Hoe de landbouw kan zorgen voor een groen en goed gevoed continent

De wereld staat voor een ongekende opgave: in 2050 moeten boeren 3 miljard meer monden voeden, en dat moeten ze doen zonder het klimaat en de biodiversiteit meer schade aan te doen. Sterker nog: het moet zo geproduceerd worden dat de flora en fauna verbetert en het klimaat stabiliseert.
Als we aan klimaatverandering denken, dan denken we in de eerste plaats aan het verbranden van fossiele brandstoffen als belangrijke oorzaak. Een minder bekende reden is het zogenaamde land use change, wellicht het best vertaald als veranderend landgebruik. Verrassend genoeg is er de afgelopen eeuw meer CO2 de lucht in gestoten door het kappen van bos en het droogleggen van moerassen ten behoeve van boerderijen, dan door het verbranden van olie of gas. Alleen de bijdrage van steenkoolverbranding is groter geweest.
Dit wetende is het verbazingwekkend dat politici en beleidsmakers in Europa inzetten op extensivering van de landbouw als oplossing voor onze problemen. In de New Green Deal bijvoorbeeld, streeft de Europese Commissie ernaar het areaal biologische landbouw uit te breiden naar 25 procent, waar dat nu minder dan 5 is. Biologische landbouw heeft 20 tot 25 procent minder opbrengst en kost zo meer land, ten koste van natuur en dus van het klimaat.
Willen we een goedgevoede en groene planeet, dan moeten we dus niet inzetten op biologisch, maar op conventionele, natuursparende landbouw. Hoe minder grond wij nodig hebben voor onze voedselproductie, hoe meer bos of andere natuur er over blijft. Het potentieel voor dit soort natuursparende landbouw is groot: een recente publicatie in het vooraanstaande wetenschappelijke tijdschrift Nature rekende voor dat de landbouw toe kan met de helft van de landbouwgrond om net zoveel voedsel te produceren als nu, als inzet op intensivering op de meest vruchtbare gronden.
In Europa is de te behalen winst zelf nog groter. Al in 1992 berekende de Wetenschappelijk Raad voor Regeringsbeleid (WRR) onder leiding van WUR-hoogleraar Rudy Rabbinge dat dit continent genoeg heeft aan een schamele 25 procent van haar areaal. Dat betekent dat in het meest extreme geval driekwart van de landbouwgrond uit productie genomen kan worden.
Door radicaal in te zetten op natuursparende landbouw, kan niet alleen de ontbossing een halt worden toegeroepen, er kan ook veel nieuw bos bijkomen. En laten dat nu juist de twee meest effectieve natuurlijke klimaatmaatregelen zijn, zo lieten wetenschappers in 2017 zien . Hoe effectief, dat bewezen Britse wetenschappers in 2016: hun land, zo berekenden ze, is in staat om de klimaateisen van Parijs te halen als het haar landbouw concentreert op de meest vruchtbare gronden en de rest teruggeeft aan de natuur, zonder dat het haar energieportfolio hoeft aan te passen
Niet alleen het klimaat is gebaat bij natuursparende, intensieve landbouw, ook de biodiversiteit vaart er wel bij. Wetenschappers hebben de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar de vraag of het voor de biodiversiteit nu het beste is om zo natuurvriendelijk mogelijk proberen te boeren, ten koste van wat opbrengst, of juist in te zetten op intensief, om ruimte te maken voor echte natuur. Telkens kwamen ze terug met dezelfde conclusie: intensiveer, intensiveer, intensiveer. Het maakt niet uit hoe natuurvriendelijk je boert, de biodiversiteit op een veld staat in geen verhouding tot de biodiversiteit in wilde natuur.
De huidige koers van Europa, maar ook die van Nederland (kringlooplandbouw), maken de boel alleen maar erger dan het al is. Als we het klimaat en de biodiversiteit willen behouden, dan moeten we inzetten op verdere concentratie van onze landbouw. Als we dit combineren met een sterke landschapsinrichting, dan ligt er een prachtig groen en goed gevoed continent voor ons.
Hidde Boersma is freelance publicist en documentairemaker. Hij is co-auteur van het boek Meer - waarom overvloed de wereld juist duurzamer en welvarender maakt , dat aankomende week verschijnt.
Mening over klimaatverandering gevraagd! Ga naar lc.nl/klimaatverklaring