Als Brussel blijft betalen om bossen te kappen en af te branden, weten we waar de echte prioriteiten van onze Europese leiders liggen | opinie

'Als Brussel blijft betalen om bossen te kappen en af te branden, weten we waar de echte prioriteiten van onze Europese leiders liggen.'

'Als Brussel blijft betalen om bossen te kappen en af te branden, weten we waar de echte prioriteiten van onze Europese leiders liggen.' Foto: Shutterstock

Het wordt vandaag en morgen erop of eronder voor biomassa, wanneer het Europees Parlement debatteert en stemt over ’het lot van onze bossen’, zoals Fenna Swart het vraagstuk ziet. ‘Vraag is of onze Europese leiders zichzelf nog tien jaar geven om de ontbossing voort te zetten.’

Alle ogen zijn deze dagen gericht op het Europees Parlement. Tijdens de plenaire stemming zal het lot van onze bossen bepaald worden. Belangrijkste vraag? Of het verbranden van bomen en ander boshout moet blijven meetellen als ’hernieuwbare’ energie in Europa.

In Nederland wordt op jaarbasis circa zes miljoen ton hout verbrand. De uitstoot hiervan komt in de atmosfeer terecht. Houtstook draagt op jaarbasis voor 0,5 procent bij aan de energiebehoefte, maar leidt voor 50 procent bij aan de luchtvervuiling. Vraag is waar we meer aan hebben: een klimaatdoel op papier of maatregelen die werkelijk effect hebben op onze bossen en luchtkwaliteit.

Bossen en biodiversiteit wereldwijd hebben dringend behoefte aan een adempauze. Maar als Brussel blijft betalen om bossen te kappen en af te branden, weten we waar de echte prioriteiten van onze Europese leiders liggen.

Subsidies

Afgelopen week publiceerde de Environmental Investigations Agency een schrikbarend onderzoek waarover de New York Times en De Telegraaf verslag deden. Hoe subsidies voor het kappen en verbranden van bosbiomassa ertoe leiden dat enkele van de laatste oerbossen van Europa tot houtpellets worden vermalen.

Het verbranden van hout was alleen nooit bedoeld om als hoeksteen te fungeren van de Europese groene energiestrategie. Toen Brussel meer dan tien jaar geleden besloot houtverbranding als ’hernieuwbaar’ en ’groen’ aan te merken en het dus in aanmerking kwam voor subsidies, werd het gezien als snelle stimulans voor de ’hernieuwbare’ brandstof en een afleidingsmanoeuvre om huizen en energiecentrales weg te halen van kolen en gas. Die subsidies zorgden echter voor een dusdanig overspannen markt, dat biomassaverbranding momenteel met ruim 60 procent de grootste energiebron van Europa is, ver voor wind en zon.

Maar in onze huidige context waarin de energieprijzen stijgen, hebben energiebedrijven die houtachtige biomassa verbranden geen publieke financiële steun meer nodig om winst te maken. Er is daarom geen enkele rechtvaardiging meer voor het handhaven van marktprikkels voor bosbiomassa vanuit de Brusselse Richtlijn hernieuwbare energie (RED), die de druk op bossen vergroten. Sterker nog, niet de energie-industrie, maar de burger verdient een adempauze met de stijgende energieprijzen.

Twijgjes

Houtverbranding voor energie, zoals gebeurt in biomassacentrales, zou het Russische gas kunnen vervangen, aldus eurocommissaris Klimaat Frans Timmermans. Maar voor vervanging van 10 procent Russisch gas hebben we 60 procent meer biomassa nodig (boskap en verbranding). Met de bossen is het slecht gesteld. Hoewel het bosareaal in kwantiteit toeneemt, neemt de kwaliteit af. Natuurlijke bossen en oerbossen verdwijnen en goede biodiversiteit telt slechts nog 15 procent.

Op dit moment wordt 50 procent van het geoogste hout in Europa verbrand. Hiervoor wordt op jaarbasis bijna 20 miljard euro aan subsidie door de lidstaten uitgegeven. Fossiele brandstoffen worden vervangen door een andere, nog meer vervuilende brandstof. Tenminste, als het aan Timmermans ligt, volgens wie biomassa bestaat uit ’twijgjes die van de boom vallen’.

Op de Klimaattop in Glasgow werd afgesproken om voor 2030 te stoppen met de ontbossing. Vraag is of onze Europese leiders zichzelf nog tien jaar geven om ontbossing door biomassaproductie voort te zetten. Of gaat definitief de bijl erin?

Dr. Fenna Swart is voorzitter van Comité Schone Lucht (CSL) en medeoprichter Internationale Coalitie tegen Verbranding Bosbiomassa (ICBB)