Katinka Polderman: Als alles misgaat, ben ik op mijn best

Spelen vond cabaretier Katinka Polderman (1981) aanvankelijk behoorlijk stressvol. Het was vooral het maakproces dat haar dreef. Toch staat ze als sinds haar 14de op de planken. In 2005 won ze het Leids Cabaretfestival en inmiddels is ze zeven voorstellingen en vele liedjes verder. Haar nieuwste uitingsvorm? Humoristische beslisbomen. Die zijn nu gebundeld in Beslisbos. ,,De beste grappen ontstaan al makend.”

Katinka Polderman: „Op een podium ben je onderdeel van de voorstelling, maar de beslisbomen worden bekeken zonder dat ik erbij ben. Dat is eigenlijk best lekker.”

Katinka Polderman: „Op een podium ben je onderdeel van de voorstelling, maar de beslisbomen worden bekeken zonder dat ik erbij ben. Dat is eigenlijk best lekker.” Foto: Marcel Molle

Lees meer over
Persoonlijk

Het is nogal een platgetreden begrip, maar als het voor iemand opgaat, dan is het wel Katinka Polderman. De term: ’creatieve duizendpoot’. Ze maakt cabaret, schrijft liedjes voor onder meer Het Klokhuis en Kenny B., is te horen op de radio, schrijft kinderboeken, columns én maakt beslisbomen, die wekelijks in de Volkskrant verschijnen en nu gebundeld worden. Ze zijn geestig, scherp en maatschappijkritisch.

Voorbeeldje: toen Johan Derksen in Vandaag Inside vertelde dat hij een vrouw had gepenetreerd met een kandelaar en hier aan tafel smakelijk om gelachen werd, reageerde Polderman hierop met de beslisboom: ’Is het geschikt als kandelaar?’ Om vervolgens via humoristische keuzevakken uit te komen bij bijvoorbeeld de uitkomst: ’Is het een lichaamsopening aan de achterzijde van een besnorde analist? Het is héél geschikt als kandelaar. Stop er maar in. Voilà: ambiance!’

Willem-Alexanders Harem

Katinka Polderman groeide op in een dorp in Zeeland met zo’n 500 inwoners, met haar broertje, vader (vrachtwagenchauffeur) en moeder (pedagogisch psychologisch assistente). Haar creativiteit begon al op jonge leeftijd. „Tja, wat ga je doen als meisje in een dorp in de jaren 80? Knutselen toch? Knutselen, tekenen, lezen en rollenspellen doen; zo heb ik mijn jeugd doorgebracht.”

Al vanaf haar 14de stond ze op het podium. Met vriendinnen vormde ze de formatie Willem-Alexanders Harem. „We speelden de liedjes die ik schreef, met wisselende samenstellingen. Als er een vriendin was die geld nodig had, ging ze ook meezingen op het podium en had ze ook weer 50 gulden verdiend. Vanwege de naam werden we vooral veel op Koninginnedag geboekt. Dan gingen we van Goes naar Middelburg en Vlissingen en vervolgens weer naar Goes en hadden we tot half juni geld om uit te geven. Achteraf denk ik weleens; hoe kom je er als 14-jarige nou op om zoiets te doen? Maar ja, er zaten ook allerlei mensen op school in punkbandjes. Die gingen óók het podium op.”

Toch zag ze aan het begin van haar carrière behoorlijk op tegen het optreden. „Je weet dan ook nog zo weinig. Op de theaterschool (Polderman deed de Cabaretacademie van Bert Klunder in Rotterdam en vervolgens de Koningstheaterakademie in Den Bosch, red.) leer je bijvoorbeeld hoe je moet ademhalen via je buik. Als je dan zenuwachtig bent, weet je in elk geval waar je je adem moet neerzetten, zodat je stem niet dichtgeknepen wordt. Als je 14 bent, heb je geen idee en ben je toch een beetje overgeleverd aan wat je zenuwen met je lichaam doen op zo’n moment.”

Bij elke ’ploing’ zei ik: ‘Die heb ik toch niet meer nodig’.

Inmiddels weet ze: zodra ze op het podium staat, is het goed. En daarbij: als er dingen misgaan op de bühne is Polderman eigenlijk op haar best. „Ik heb een keer een optreden gegeven waarbij er achter elkaar drie snaren op mijn gitaar braken. Maar ik gebruikte zo weinig snaren, dat ik gewoon kon doorspelen. Dus bij elke ’ploing’ zei ik: ‘Die heb ik toch niet meer nodig’. Ik heb gemerkt dat als ik kalm blijf dat eigenlijk heel komisch werkt. Vaak zeggen mensen achteraf ook dat ze dachten dat het erbij hoorde.”

Wat ze het leukst vindt van alles wat ze doet? Daaruit kan Polderman niet kiezen. Het is juist de afwisseling die haar werk zo leuk maakt. „Toen ik leerde rijmen, wilde ik dichter worden. Toen ik leerde schrijven, wilde ik schrijver worden en toen ik leerde toneelspelen wilde ik toneelspeler worden. In het werk dat ik nu doe komt dat allemaal samen.”

Fijn aan de beslisbomen, die nu gebundeld worden in het boek Beslisbos , vindt ze dat het minder naakt is dan op het podium staan. „Op een podium ben je onderdeel van de voorstelling, maar de beslisbomen worden bekeken zonder dat ik erbij ben. Dat is eigenlijk best lekker.”

Terwijl ik bezig ben, krijgen de bomen vorm

Bij het maken van de beslisbomen laat de cabaretière zich ’helemaal overvallen’. „Ik heb vaak wel een paar ideeën voordat ik begin. Soms zijn die ideeën heel concreet en soms is het meer een gevoel. Terwijl ik bezig ben, krijgen de bomen vorm. De beste grappen ontstaan ook al makend. Ik begin gewoon en langzaamaan ontsporen de beslisbomen steeds meer.”

Polderman had van tevoren nooit verwacht dat ze zó zouden aanslaan en de beslisbomen duizenden likes op Instagram zouden binnenhalen. „De aandacht ervoor is enorm. De beslisbomen worden overgenomen in boeken en tentoonstellingen. Op korte termijn hadden we bedacht om een kleine tour te doen met een powerpointpresentatie Masterclass beslisbomen maken. Ik vind het hilarisch dat ik voor mijn werk met een powerpointpresentatie in een theater als De Kleine Komedie sta (22 juni, red.). Ik gebruik geen theatrale middelen verder, het is écht een soort lezing. Het handige is; bij een powerpointpresentatie hoef je nauwelijks tekst te onthouden, want het staat al op de slide. En het programma Powerpoint heeft onwijs gave effecten. Je kunt een cirkeldiagram met vlammen en stofwolken in beeld laten komen. Dat gegeven alleen al is al grappig.”

Het zijn dan ook drukke tijden voor Polderman, gelukkig heeft haar vriend, die timmerman is, zijn werk op een laag pitje gezet en ontfermt hij zich met name over het gezinsleven en het huishouden. Samen hebben ze twee zoons van 7 en 2 jaar en wonen ze in een gezinswijk in Den Bosch. „Echt zo’n wijk waar je gaat wonen als je denkt: nu heb ik kinderen en is mijn leven voorbij.”

Vorige zomer kwamen ze er wonen en af is het huis nog lang niet. „We zijn nog aan het verbouwen; de keuken is nog niet klaar. In die zin ben ik nog niet helemaal geaard, maar het is wel een ontzettend fijn huis. In die zin is het moeilijk je er níét thuis te voelen. „Het is 200 vierkante meter, dicht bij de natuur en ik heb een enorme werkzolder.”

Ik dacht: zodra het kind eruit is, ga ik lekker aan het bier

Het moederschap viel Polderman aanvankelijk best zwaar. „Ik dacht: ik krijg een kind, maar ik verander niet; zodra het kind eruit is, ga ik lekker aan het bier en maak een nieuwe voorstelling. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Na zo’n bevalling kom je eruit als ander mens en moet je wennen aan je nieuwe rol. Je moet de tijd nemen om hierin te groeien. Mijn zoon Bram was ook niet de makkelijkste; hij wilde overdag niet slapen. Daarbij had ik allerlei medische problemen, waardoor ik extreem moe was. Én Bram was te wereld gekomen met een keizersnede. Dus ja, het was een moeizame start.”

Het duurde dan ook even voordat Polderman en haar vriend zich aan een tweede waagden. Ook omdat Polderman er niet te lang achter elkaar uit wilde liggen. „Voor mijn werk is het belangrijk om zichtbaar te blijven.”

In beide zoons herkent ze kenmerken van zichzelf. De sociale onhandigheid die Bram soms kan hebben, zijn humor, het creatieve en zijn manier van denken. „Het jammere is alleen: hij houdt niet van Lego, terwijl ik heel erg van de Lego ben. Ik zorg dat ik altijd een doos Lego in huis heb, zodat ik in mijn vrije tijd kan bouwen. Gelukkig is Bram ook niet team Playmobil. Dat zou helemaal erg zijn. De jongste, Koen, houdt gelukkig wel van Lego en Duplo. En hij is dol op boeken en loopt de hele dag liedjes te zingen, daarin lijkt hij ook op mij. ”

Wat ze haar kinderen wil meegeven? „Het allerbelangrijkste vind ik dat ze ontdekken waar hun talenten liggen en dat ze de vrijheid hebben om die talenten serieus te nemen en er iets mee te doen. Als je superleuk werk hebt, hoef je eigenlijk geen dag te werken. Net als ik.”

In het kort

Katinka Polderman werd op 1 mei 1981 geboren in ’s-Heer Abtskerke. Ze volgde de Cabaretacademie van Bert Klunder in Rotterdam en vervolgens de Koningstheaterakademie in Den Bosch. In 2005 won ze de publieks- en juryprijs van het Leids Cabaretfestival. Ze schrijft columns voor onder meer de Volkskrant en maakt beslisbomen voor zowel de Volkskrant als Onze Taal . Met een lied dat ze voor Het Klokhuis met Kenny B maakte, wonnen ze de Willem Wilminkprijs. Ze schrijft kinderboeken en maakte het boek Zwerfgoed met Sophie Reinders, waarvoor ze de Gerrit Komrij-onderscheiding kregen. De beslisbomen zijn nu gebundeld in Beslisbos (uitgeverij Lebowski).

Ze staat nog drie keer in het theater met Masterclass beslisbomen maken : vanavond in Enschede (Wilminktheater), morgen in Rotterdam (Walhalla) en op 22 juni in Amsterdam (De Kleine Komedie).

Zie ook: poldermanie.nl