Kaassoufflés met geitenkaas | wat eten we vandaag
Zelf kaassoufflés maken? Dat is toch hartstikke moeilijk? Niet dus. Het is ontiegelijk makkelijk zelfs! Wij maken ze extra speciaal met een knapperige korst van panko en een vulling van geitenkaas.
Kaassoufflés met geitenkaas.
Voor 5 kaassoufflés:
5 bladerdeegplakjes
1 ei
70 gram panko
Een snuf zout
1 theelepel paprikapoeder
Olie om in te frituren
15 plakjes jong belegen geitenkaas
Zo maak je het
Haal 10 minuten vantevoren de bladerdeegplakjes uit de vriezer, zodat ze ontdooien. Snijd ze daarna doormidden. Zet ook alvast de rest van de ingrediënten voor het frituren klaar. Kluts dus alvast het eitje in een brede kom en meng panko, zout, knoflookpoeder en paprikapoeder in een diep bord.
Verdeel de geitenkaas over de plakjes bladerdeeg, ongeveer 2,5 plakje kaas per kaassoufflé.
Dip je vinger in een kommetje water en ga langs de randen van het bladerdeeg. Doe daarna de bovenkant van het bladerdeeg erop. Druk met een vork de twee zijden goed samen.
Daarna mogen de kaassoufflés door het ei. Dompel beide kanten goed onder.
Dip ze daarna in de panko. Druk goed aan, zodat de snacks straks goed bedekt zijn met een knapperige laag.
Frituur de kaassoufflés op 180 graden in zo’n 5 minuten goudbruin. Keer regelmatig om, zodat ze niet opzwellen. Blijf daarom ook constant bij de kaassoufflés.
Serveer de kaassoufflés direct, lekker met een dipsausje zoals chilisaus.