76-jarige man verdacht van ontucht met jonge asielzoekers: eis 6 maanden cel

Officier van justitie Annemieke Kemkers gelooft de verdachte niet, zij is ervan overtuigd dat de man in juli 2016 en november 2017 bij twee jeugdige bewoners van het Drachtster azc tegen hun wil seksuele handelingen heeft gepleegd. Kemkers eiste, rekening houdend met de ouderdom van de zaken en de leeftijd van de verdachte, zes maanden cel plus achttien maanden voorwaardelijk.

De zaak kwam aan het rollen toen een asielzoeker uit Mali, de jongen was net achttien geworden, zich begin november 2017 op het azc in Drachten meldde bij een medewerker van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). De jongen zei dat hij een dag eerder met een oudere man mee was geweest in de auto. De man zou hem de omgeving laten zien. Op een verlaten weggetje, in de buurt van Burgum, had de man de jongen opgedragen zijn broek naar beneden te doen, waarop de man hem had afgetrokken.

Dat laatste ontkende de verdachte niet, maar de jongen zou uit zichzelf zijn begonnen met zich af te trekken. Daar werd hij volgens eigen zeggen niet anders van. „Ik heb ermee geholpen, omdat hij dat mooi vond in mijn ogen. Ik dacht, dan zijn we daar maar weer vanaf.” Hij zou ook een afspraak voor de volgende dag hebben gemaakt. Dat wilde de jongen niet en daarom was hij naar de COA-medewerker gegaan. Die ging naar de plek van de afspraak en maakte een foto van de auto van degene waar de asielzoeker mee had afgesproken. Het was de auto van de verdachte.

‘Hartstikke stom achteraf’

In maart 2018 volgde er een tweede aangifte. De politie hoorde een 15-jarige asielzoeker als getuige in een mensenhandelzaak. De jongen zei dat dat hij in de zomer van 2016 door een oudere man was misbruikt in diens woning. Net als het eerste slachtoffer zou de man hem hebben aangesproken bij de Aldi in Drachten. De jongen was meegegaan naar de woning van de verdachte, waar hij tegen zijn wil door de man in de slaapkamer zou zijn afgetrokken. De man zou hem letterlijk de slaapkamer hebben ingetrokken.

Ook dit ontkende de verdachte, hij gaf alleen toe dat hij en de jongen met ontblote piemels tegen elkaar aan hadden staan „rijden”. „Hartstikke stom achteraf”, aldus de verdachte. Beide slachtoffers hadden verklaard dat ze bang waren. Dat is niet zo vreemd, vond de officier. Volgens Kemkers creëerde de verdachte een afhankelijke situatie en durfden de jongens zich niet te verzetten.

Het tweede slachtoffer had er aan gedacht om van zich af te slaan. Maar hij was bang dat hij de verdachte dood zou slaan en vervolgens niemand zou geloven wat er werkelijk was gebeurd. De reclassering maakt zich zorgen: de verdachte zou mooi weer spelen en niet willen erkennen wat er werkelijk aan de hand is. De reclassering adviseert een behandeling.

De rechtbank doet op 29 september uitspraak.