Keert 'Sil de potvis' ooit terug naar Harlingen?

FOTO MARLEEN SWART
Een buitenkansje, zo dacht het gemeentebestuur van Harlingen in de zomer van 2013. Terschelling zag geen been in het conserveren van het kadaver van de dertien meter lange potvis die op het strand van het eiland was aangespoeld.
De bestuurders in de havenstad daarentegen zagen in de restanten van het dode zoogdier een heuse toeristische attractie. De gemeente Harlingen trok 55.000 euro uit voor verwerken en prepareren van de potvis, die in de havenstad de naam Sil kreeg toebedeeld. ,,Zien we Sil weer eens terug’’, zo vroeg raadslid Johan Erents van de partij Hoop deze week aan het college. ,,We hebben er al zoveel geld aan uitgegeven.’’
Geschikt onderkomen ontbreekt
Burgemeester Roel Sluiter moest bekennen dat Sil een beetje aan de aandacht van het gemeentebestuur is ontsnapt. De potvis wordt al jaren opgeslagen bij onderzoeksinstituut en natuurhistorisch museum Naturalis in Leiden, ontdaan van schimmels en al.
Een probleem voor het tentoonstellen van de potvis is het ontbreken van een geschikt onderkomen in Harlingen. Klimatologisch worden aan een passende plek de nodige eisen gesteld. ,,Wellicht in het toekomstige gemeentehuis’’, opperde Sluiter.
Ook wethouder Paul Schoute zit een beetje met de kwestie in zijn maag. Aan een verblijf in Harlingen zal ook een prijskaartje hangen, want het kadaver is eigendom van Naturalis. ,,En ja, waar moet ’ie hangen? Sil is geen goudvis.’’
Vooralsnog blijf de potvis veilig en ‘eenzaam’ opgeslagen in zijn kist, aldus Sluiter. Erents houdt hoop op de terugkeer van de potvis.