Molukkers graven zelf naar sporen van hun verleden en vinden de resten van de eerste minaret van Nederland | video

Opwinding als een steen uit de fundering van een woonbarak wordt gevonden. Video | Arodi Buitenwerf

In de bossen bij Balk zijn dit weekend resten van de eerste minaret van Nederland gevonden. De toren stond op de moskee van Wyldemerck, dat van 1954 tot 1969 het enige Molukse islamitisch-Molukse woonoord van Nederland was.
Lees meer over
De Fryske Marren

De voor de Molukse en islamitische gemeenschap belangrijke vondst werd gedaan door oud-bewoners en inwoners van Balk onder begeleiding van archeologen van de Rijksuniversiteit in Groningen. Naast resten van de moskee en andere gebouwen werden ook gebruiksvoorwerpen gevonden. De meeste vondsten blijven in de grond, maar worden wel gedocumenteerd.

Het project ‘Wyldemerck, samen zoeken naar barakken in de bossen’ is het eerste archeologische participatieproject waarin ‘Nieuwe Nederlanders’ zelf graven naar sporen uit het voor hen relevante verleden. Staatsbosheer gaf er de opdracht toe. Archeoloog Jobbe Wijnen prijst dat initiatief. ,,Dit is een voorbeeld van hoe archeologie moet zijn. Dat een etnische bevolkingsgroep zelf aangeeft waarnaar gegraven moet worden. De reguliere archeologische monumentenzorg zegt hen vaak niks. Helaas zitten we in Nederland zitten we te veel vast aan regeltjes, waardoor het zelden tot daden komt.”

De opgraving is volgens Wijnen ook belangrijk, omdat ,,door het signaal van Staatsbosbeheer in potentie nu alle woonoorden op de kaart staan als archeologisch erfgoed, waar de Molukse gemeenschap wat over te vinden heeft.”

Oud-bewoonster Anna Umarella en bezoekster van de open dag die Staatsbosbeheer zondag organiseerde, woonde tot haar zevende in woonoord Wyldemerck en verhuisde daarna naar Ridderkerk. Ze had zelf geen deel de opgravingen, maar noemt de resultaten voor haar persoonlijk erg belangrijk. ,,We zijn vaak terug geweest, maar op den duur zag je door de begroeiing helemaal niks meer. Nu weet ik tenminste weer dat daar (wijst) aan de rechterkant onze barak stond. Er ligt hier een deel van mijn jeugd. Een hele fijne jeugd.”