Alleen werkstraffen voor verdachten carbidontploffing Joure

Schade aan Hotel Anne-Klare in Joure nadat een carbidkanon in de straat was afgeschoten. FOTO DE VRIES MEDIA
Ook het Openbaar Ministerie had eerder werkstraffen van 180 uur geëist en daarnaast nog voorwaardelijke gevangenisstraffen van twee maanden . De rechtbank oordeelt dat een voorwaardelijke celstraf niets toevoegt omdat ook de verdachten uiteindelijk erg onder de indruk waren van het hele gebeuren. Door de ontploffing raakten verschillende huizen en een hotel in de omgeving zwaar beschadigd.
Ook oordeelt de rechtbank dat de verdachten planmatig hebben samengewerkt en moedwillig het carbidkanon op de Tolhûswei tot ontploffing hebben gebracht. Kort voor de ontploffing werd bijvoorbeeld op de Tolhuisbrug ,,Fingers yn ‘e earen’’ geroepen. Verschillende bewijsmiddelen, zoals getuigenverklaringen, cameraopnames en onderzoek van telefoons en carbidkanon liggen ten grondslag aan het vonnis. De rechtbank neemt het de verdachten kwalijk dat ze zijn weggevlucht zonder zich om de mogelijke gevolgen te bekommeren.
Per ongeluk
De mannen zelf zeiden juist dat het per ongeluk was gebeurd. Hun advocaat Tjalling van der Goot stelde tijdens de eerdere zitting dat meer technisch onderzoek naar het ontstekingsapparaat had moeten plaatsvinden, maar dat was volgens de rechtbank onmogelijk omdat dat apparaat spoorloos verdwenen was.
De tien mannen waren tussen de 21 en 28 jaar oud. Drie verdachten waren Jousters, de resterende zeven kwamen uit Oosterzee, Scharsterbrug, Haskerhorne, Ouwsterhaule, Broek, Snikzwaag en Luinjeberd. Reden voor strafvermindering zijn volgens de rechtbank het tijdsverloop en het feit dat de verdachten zich zelf een dag later hadden gemeld bij de politie, maar aan de andere kant bleek het ter zitting moeilijk ook strafrechtelijk hun verantwoordelijkheid te nemen. ,,Ze lieten het achterste van hun tong niet zien.’’
Gelijkheidsbeginsel
Ook had raadsman Van der Goot gevraagd het OM niet-ontvankelijk te verklaren. De zaken tegen twee andere betrokkenen, die zich ook bij de politie hadden gemeld, waren eerder geseponeerd en daarmee zou het gelijkheidsbeginsel geschonden zijn, maar dat is volgens de rechtbank niet het geval omdat de rol van de uiteindelijk vervolgde verdachten veel groter was.