Omstandigheden in Nederlandse interneringskampen waren slecht, vertellen Friese gevangenen. 'Ik beleefde het als in een soort verdoving'

In het Nationaal Archief zijn deze week dossiers openbaargemaakt van A. van Tuyll van Serooskerken. Die schetsen een beeld van de slechte omstandigheden in interneringskampen waar ‘foute’ Nederlanders na de Tweede Wereldoorlog opgesloten zaten. ‘Voordat een transport aankwam hoorden wij bewakers al praten over mishandelen.’

Een medewerker van het Nationaal Archief in Den Haag tussen de geheime dozen, afgelopen week tijdens de jaarlijkse Openbaarheidsdag.

Een medewerker van het Nationaal Archief in Den Haag tussen de geheime dozen, afgelopen week tijdens de jaarlijkse Openbaarheidsdag. Foto ANP

Van Tuyll van Serooskerken was voorzitter van de commissie die na de Tweede Wereldoorlog de misstanden onderzocht in Nederlandse kampen waar verdachten van collaboratie met de Duitse bezetter waren opgesloten. Deze geïnterneerden hadden geen ‘menswaardig bestaan’, vertelt een Leeuwardense in februari 1950 aan de commissie.

Wat is Openbaarheidsdag?

Sinds een jaar of tien wordt de eerste dinsdag van januari in Nederland ‘gevierd’ als Openbaarheidsdag. Op deze dag komen, ieder jaar weer, duizenden archiefstukken beschikbaar die 25, 50 of 75 jaar geheim of vertrouwelijk waren. Vanwege het landsbelang en de privacy. Een zogeheten openbaarheidsbeperking duurt maximaal 75 jaar. De meest spectaculaire en belangrijke documenten zijn te vinden in het Nationaal Archief in Den Haag, maar ook Tresoar in Leeuwarden en ander Friese archiefinstellingen doen mee aan Openbaarheidsdag.