Vermoord door je (ex-)partner. Het gebeurt jaarlijks in Noord-Nederland: 'Femicide is de meest extreme vorm van huiselijk geweld'

'Door een groter bewustzijn onder de hele bevolking kan moord op vrouwen vaker worden voorkomen.'

'Door een groter bewustzijn onder de hele bevolking kan moord op vrouwen vaker worden voorkomen.' Foto: Shutterstock

Heel Nederland discussieert over seksueel grensoverschrijdend gedrag sinds de onthullingen over tv-programma The Voice. Datzelfde moet gebeuren met femicide - moord op vrouwen door (ex-)partners - zeggen hulpverleners, politie en justitie in Noord-Nederland.

Uit eigen onderzoek van Dagblad van het Noorden en Leeuwarder Courant blijkt dat er de afgelopen vijfentwintig jaar zeker 43 femicides zijn geweest in Groningen, Friesland en Drenthe. Allemaal moordzaken waarbij de vrouwelijke slachtoffers werden omgebracht door een (ex-)man, (ex-)vriend of (tijdelijke) partner.

Zo werd de 21-jarige Mieke Oort een jaar geleden in Leeuwarden vermoord door een man met wie ze een tinderdate had gehad. Nathalie de Meer (50) uit Muntendam werd door haar man om het leven gebracht in 2021. En Marion Rehwinkel-Sanders (59) werd in 2019 eveneens door haar man vermoord, in De Groeve.

Elke acht dagen

In Nederland wordt elke acht dagen een vrouw vermoord door een gewelddadige (ex-)partner. Zes op de tien vrouwen die tussen 2017 en 2021 in Nederland door geweld om het leven kwamen, zijn door hun (ex-)partners vermoord.

Mogelijk is dat aantal nog hoger, want het Centraal Bureau voor de Statistiek registreert pas sinds kort wat de relatie tussen dader en slachtoffer was. In het geval van partners alleen als dader en slachtoffer getrouwd waren of geregistreerd partners. Politie en het Openbaar Ministerie (OM) in Noord-Nederland registreren niet het aantal vrouwenmoorden door (ex-)partners in Friesland, Groningen en Drenthe.

 

Crimineel vergrijp

In het buitenland is veel meer aandacht voor femicide dan in Nederland; in sommige landen is het zelfs als apart crimineel vergrijp opgenomen in de nationale wetgeving. In Nederland staat femicide niet expliciet genoemd in het Wetboek van Strafrecht. Kennisinstituut voor emancipatie Atria pleit er samen met andere organisaties voor om de preventie van femicide een veel groter thema te maken bij politie en justitie.

Officier van justitie Jan Hoekman van het OM Noord-Nederland en Sylvia te Wierik, sectorhoofd van de Dienst Regionale Recherche, bepleiten niet de wet te veranderen. ,,Dat geeft ons geen andere of meer bevoegdheden dan bij doodslag of moord”, aldus de recherchechef. Wél vinden zij het noodzakelijk dat er een breed maatschappelijk debat wordt gevoerd over partnergeweld en femicide. Door een groter bewustzijn onder de hele bevolking kan moord op vrouwen vaker worden voorkomen, zeggen betrokken hulpverleners en instanties, zoals vrouwenhulporganisatie Fier uit Leeuwarden.

Meest extreme vorm van huiselijk geweld

Hoekman: ,,Het is de meest extreme vorm van huiselijk geweld. Bij elk delict kijken we eigenlijk altijd als eerste naar de directe omgeving van het slachtoffer. Dan ontdekken we soms vrij snel een gewelddadige partner of ex-partner.”

Meldingen van partnergeweld komen volgens de recherchechef bijna nooit van de slachtoffers zelf, maar meestal via incidenten en 112-meldingen. Daarnaast komen ze via hulpverleningsinstanties zoals Fier en Veilig Thuis, het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld. Die meldingen worden niet als aparte categorie geregistreerd door de politie Noord-Nederland, maar krijgen standaard labels als huiselijk geweld en stalking.

 


Verhalen over vrouwenmoord

Om de acht dagen is een vrouw in Nederland slachtoffer van femicide. Ze worden vermoord door hun (ex-)partner, meestal omdat hij het niet kan verkroppen dat de relatie voorbij is. In een serie verhalen in de Leeuwarder Courant en Dagblad van het Noorden komen dierbaren van slachtoffers van partnerdoding, deskundigen en andere betrokkenen aan het woord.

Te Wierik benadrukt dat er ,,altijd actief wordt gereageerd” op dergelijke meldingen. ,,Dat staat in vaste protocollen: hoe we reageren, wat we vragen, hoe we doorvragen. Die vaste handelswijzen houden we steeds tegen het licht met de vraag: ‘doen we nog steeds het goede?’ En soms worden ze bijgesteld. Achteraf is er altijd een evaluatie of adequaat genoeg is gereageerd op meldingen.”

Maatschappelijk debat over femicide noodzakelijk

Te Wierik: ,,Aan dit soort zaken zit vaak een lang voortraject met herhaaldelijke meldingen. Dan kijken we met partners hoe we dit kunnen stoppen, bijvoorbeeld met stopgesprekken met de dader, huisverboden, contactverboden. Maar dat helpt niet in alle gevallen.”

Zowel Hoekman als Te Wierik vinden het belangrijk om veel meer bewustzijn te kweken. ,,Dat is belangrijk voor het traject dat vooraf gaat aan een moord, nog voordat de politie in beeld komt. Het gaat over maatschappelijke fenomenen; over de achterstelling van de vrouw ten opzichte van de man in de maatschappij. Bijvoorbeeld dat veel vrouwen nog steeds financieel afhankelijk zijn van hun partner, en niet kunnen ontsnappen uit een gewelddadige relatie. Zo’n begrip als femicide kan helpen als label, als duiding van het probleem. Als het een naam heeft, maakt het de discussie scherper.”