Maritiem archeoloog van de RUG ontdekt bewijs van verdronken middeleeuwse dorpen in Zuiderzee: vervolgonderzoek in Friesland?

Yftinus van Popta.

Yftinus van Popta.

Maritiem archeoloog Yftinus van Popta ontdekte harde bewijzen voor de aanwezigheid van dorpen die in de late middeleeuwen wegspoelden in de Zuiderzee. De archeoloog van de Rijksuniversiteit Groningen, die donderdag op dit onderwerp promoveert, doet al jarenlang onderzoek in de Noordoostpolder die in 1942 werd drooggelegd.

,,Er waren al aanwijzingen. In akkers werden bijvoorbeeld scherven, bakstenen en botten gevonden. Maar men ging er altijd vanuit dat het om afval ging dat van schepen was gegooid. Maar ik heb aangetoond dat het resten van verdronken dorpen zijn.’’

De vijf of zes dorpen lagen in het gebied waar later de Zuiderzee zou komen. ,,Het is nu mogelijk de huidige namen van dorpen als Nagele en Marknesse met hun middeleeuwse voorgangers in verband te brengen.’’

Vondsten werden als afval van schepen beschouwd

Door stormen en vloeden verdween in enkele honderden jaren tijd het meeste land. ,,Dorpen als Nagele, Marcknesse en Veenhuizen verdronken, terwijl eilanden als Urk en Schokland overbleven. Die waren oorspronkelijk veel groter. Restanten, zoals dijken, terpen en sloten, liggen in de bodem. Het gebied was extra kwetsbaar voor stormvloeden, omdat door de ontginning van het land het veen uitdroogde.’’

De dorpen werden rond het einde van de elfde eeuw gesticht. ,,Ze bestonden ongeveer tweehonderd jaar.’’

Veel archeologische sporen vernietigd, de laatste vondsten krijgen bescherming

Van Popta toont in zijn afgeronde promotieonderzoek de veranderingen die het gebied tussen 1100 en 1400 doormaakte. Eerst was het een onontgonnen en onbewoond veengebied met meren. Later kwamen er nederzettingen en langzaam veranderde het in een open zee. De eerste bewoners waren boren. In de eeuwen die volgden, vestigden zich er ook handelaren, vissers en heren.

Het water spoelde veel archeologische sporen weg en door landbouw en herinrichtingsplannen zijn nog meer resten verdwenen. Door het onderzoek van Van Popta worden de laatst overgebleven vondsten nu beschermd.