Aan zijn rechterhand hangt een explosief dravende dekhengst die zijn grote benen sierlijk in de lucht in zwiept en in een bloedvaart met imposante passen het zand van de piste laat opspatten. En links een keiharde boarding met daarachter duizenden joelende en schreeuwende paardengekken die de zaak ophitsen. Daartussen rent een mannetje op sneakers. In een witte broek, een wit overhemd en een keurige stropdas. Het is de voorbrenger. Hij is degene die het paard door de bak dirigeert en zorgt dat het dier zich op zijn mooist laat zien. Als hij het goed doet tenminste. Een cruciale job. Bakt een voorbrenger er niks van, dan flopt het paard ook.