Italiaanse onderzoeker ziet het kaatsveld als taaloase

FOTO CATRINUS VAN DER VEEN
Wat ‘boppe’ is, dat weet Francesco Ventura uit Italië sinds deze zomer. Toen bezocht hij in het kader van een Europees project over minderheidstalen, waaraan ook de Fryske Akademy en de Campus Fryslân van de RUG deelnemen, Friesland. Hij raakte onder de indruk van de Tomke -boekjes, instituten als Tresoar en de Afûk en de drietalige scholen.
Maar het meest werd Ventura geraakt door wat hij op de kaatsvelden zag. Vaders die hun kinderen een uurtje meenamen om te muurkaatsen. In zo’n uurtje werd er automatisch uitsluitend Fries gesproken. Terwijl Ventura net begrepen had dat de Friezen soepel van taal switchen zodra ze merken met een Nederlandstalige van doen te hebben. ,,Op het kaatsveld switchte niemand. Iedereen sprak Fries.’’
Friesland als voorbeeld voor Italiaanse streek
Zoiets zou de kleine taalgemeenschap in het Italiaanse Calabrië, waar nog een Grieks dialect gesproken wordt, ook moeten hebben, bedacht Ventura. Hij is geen oorspronkelijke spreker van deze minderheidstaal die nog maar door honderd mensen gebruikt wordt. Hij besloot de variant te leren om ertoe bij te dragen dat deze taal blijft bestaan en werpt zich nu op als activist voor Grieks-Calabrië. Echt praten met de oorspronkelijke bevolking valt niet mee omdat zij de taal van vijf eeuwen terug spreken en er geen modernisering heeft plaatsgevonden.
Daardoor kunnen ouderen amper de taal overbrengen op jongeren, weet Ventura en hij ziet dat dat bij het kaatsen wel soepel gebeurt. ,,De kinderen hebben niet eens door dat ze niet alleen een sport, maar ook een taal leren.’’ Nu is kaatsen onbekend in het uiterste zuiden van Italië. ,,Daarom moeten wij iets anders vinden, waarmee we de taal gaan overbrengen.’’ De Italiaan denkt aan muziek.
Om taalonderzoekers in zijn eigen land te overtuigen, maakte hij afgelopen zomer videobeelden op de kaatsvelden. Hij kreeg daarbij uitgebreid hulp van vrijwilliger Theo Kuipers van het Kaatsmuseum. De beelden liet hij gisteren zien aan de conferentiegangers. Daarbij vertelde hij dat de kaatssport nog twee voordelen heeft. Het is een inclusieve sport, voor zowel jongens als meisjes en het kaatsen gaat over van generatie op generatie.
Ventura is van plan vaker naar Friesland te komen, ook om de taal beter te leren. Nu kent hij alleen ,,boppe, danke wol en hoi.’’ Zijn grootste wens is om in augustus 2020 de PC – ,,the big match’’ – te kunnen bijwonen.