Helpt de coronacrisis de klimaatdoelen te bereiken?

Rik Leemans: ,,Vier maanden lang een lagere uitstoot neutraliseert dit uitstel niet en zet helaas ook geen zoden aan de dijk.’’ EIGEN FOTO
Velen benadrukken de positieve milieueffecten van de Covid-19-crisis en de wereldwijde lockdown. In de eerste week van april was bijvoorbeeld de wereldwijde uitstoot van koolstofdioxide (CO2) ruim 17 procent lager dan in dezelfde periode in 2019. Eenzelfde patroon is geobserveerd voor stikstof. Medio juni was die daling alweer teruggebracht tot ‘slechts’ 5 procent. Tijdens de lockdown werkten mensen thuis en lieten hun auto’s staan, wat resulteerde in lege wegen zonder files. Verder waren veel kantoorgebouwen, horeca en winkels beperkt bezet, bleven vliegtuigen aan de grond en werkte de industrie niet op vol vermogen. Maar in deze periode is het aantal auto’s, wegen, gebouwen en woningen en industrie niet veranderd. Nu de lockdown in veel landen wordt versoepeld, komt veel weer op gang.
Waarom de CO2-concentratie in de atmosfeer niet is gedaald
E en mondiale uitstootvermindering van 17 procent lijkt veel. Maar voor klimaatverandering is het niet de uitstoot, maar de CO2-concentratie in de atmosfeer (en die van andere broeikasgassen) die de opwarming en uiteindelijke klimaatverandering bepaalt. De laatste maanden zijn de concentraties in de atmosfeer niet gedaald. Integendeel, ze zijn gestegen. Hoe is dit te verklaren met die sterk gedaalde uitstoot?
De CO2-concentratie in de atmosfeer wordt bepaald door de mondiale CO2-kringloop. Planten nemen CO2 uit de atmosfeer op voor hun fotosynthese. Deze plantengroei zorgt ook voor verhoging van organisch materiaal in en op de bodem, dat langzaam vergaat, waarbij veel CO2 weer vrijkomt. Veel CO2 uit de lucht lost op in zeewater, waarna het beschikbaar is voor algengroei. Daarnaast komt er in verschillende gebieden verzadigd koud zeewater aan de oppervlakte (opwellingsgebieden). Hier komt weer veel CO2 vrij uit de oceanen.
D eze natuurlijke CO2-stromen zijn groot en houden elkaar al eeuwenlang in balans. De laatste 150 jaar hebben vele menselijke activiteiten (gebruik fossiele brandstoffen, cementproductie en ontbossing) geleid tot extra CO2-uitstoot, waardoor de CO2-concentraties zijn gestegen van 280 ppm (280 deeltjes CO2 in 1.000.000 deeltjes lucht) in 1880 tot 418 ppm nu en 415 ppm in juni 2019. Deze recente stijging van 3 ppm per jaar wordt nauwelijks beïnvloed door de uitstootdaling tijdens de mondiale Covid-19-crisis. Pas als de wereldwijde, door de mens veroorzaakte CO2-uitstoot vrijwel tot nul is gedaald, zullen de CO2-concentraties zich stabiliseren. En dus ook de opwarming.
De mondiale uitstoot zal waarschijnlijk de komende jaren nog continu blijven stijgen, omdat er nauwelijks structurele veranderingen zijn. Integendeel, de meeste regeringen ondersteunen de CO2-intensieve activiteiten en industrieën zonder verdere strikte milieumaatregelen. Alleen de Europese Green Deal heeft de ambitie een tandje bijgezet.
Weer belangrijk jaar voor klimaatonderhandelingen
De wereldleiders zijn eind 2015 in Parijs wel overeengekomen dat de wereldwijde opwarming niet verder mag stijgen dan 2 graden Celsius. Onder 2 graden Celsius kunnen vele sectoren en ecosystemen zich redelijk aanpassen, maar erboven wordt dat snel onmogelijk. 2020 is weer een belangrijk jaar voor de verdere internationale klimaatonderhandelingen. De in 2015 beloofde uitstootvermindering van elk land wordt geëvalueerd en nieuwe, meer doeltreffende doelen moeten worden beklonken. Mijn onderzoeksgroep heeft onlangs berekend dat de oude beloftes zouden leiden tot een opwarming van tenminste 3,5 graden Celsius.
D at is niet de gewenste 2 graden Celsius. Nieuwe doelen en beloftes en de daarbij horende maatregelen zijn dus dringend gewenst. Helaas zijn de onderhandelingen door de Covid-19-crisis een jaar uitgesteld, waardoor het moeilijker zal worden om het Parijs-akkoord te halen.
Hoeveel CO2 nog door alle landen uitgestoten kan worden om het 2 graden Celsius-doel te halen, is met een grote wetenschappelijke nauwkeurigheid bekend. Het intergouvernementele klimaatpanel IPCC heeft in 2014 al uitgerekend dat dit minder dan 1000 gigaton CO2 is. Met de huidige jaarlijkse uitstoot van ruim 40 gigaton CO2 rest nog nauwelijks 25 jaar, waarvan er 6 al zijn vervlogen. Het door Covid-19 uitstellen van beloftes en bijhorende klimaatmaatregelen helpt dus niet om het noodzakelijke klimaatdoel te bereiken. Vier maanden lang een lagere uitstoot neutraliseert dit uitstel niet en zet helaas ook geen zoden aan de dijk.
Hoogleraar Rik Leemans staat aan het hoofd van de milieusysteemanalysegroep op de Universiteit van Wageningen. Hij zit in verschillende nationale en internationale onderzoekscomités die zich richten op klimaatverandering. Leemans doet onderzoek naar ecosystemen en biodiversiteit en hun veerkracht, kwetsbaarheid en duurzaamheid.