Nooit eerder vertoond: schaatsen op natuurijs op 3 april

Schaatspret in Winterswijk

Schaatspret in Winterswijk FOTO ROBERT HOETINK

Nooit eerder kon het: schaatsen op natuurijs op april. IJsmeester Hendrik van Prooije heeft het met zijn mannen in de nacht van zaterdag op zondag voor elkaar gebokst. ,,In deze tijd van het jaar nog nooit vertoond. Ja, misschien in de vorige ijstijd,’’ reageert voorzitter Rieks Poelman van de Sectie Natuurijs van de KNSB.

Het is al zeer uitzonderlijk dat er na een nacht matige vorst kan worden geschaatst wordt. Maar dat is voor de Winterswijkse wonderbaan al niet nieuw meer. De ijzers in april onderbinden is wéér een ander verhaal en dat maakt de rondjes op natuurijs van zondagochtend simpelweg historisch.

Poelman vindt het ‘onwaarschijnlijk’ dat hij dit nog mag meemaken. ,,Je zou normaal gesproken zeggen dat schaatsen in april onmogelijk is, maar drie of vier graden vorst in combinatie met een heldere nacht en de techniek heeft het mogelijk gemaakt.’’

Nooit eerder was de nacht van 2 op 3 april zo koud als de afgelopen nacht. In Deelen, in Gelderland, werd de laagste temperatuur gemeten, meldt Weeronline: -6,3 graden. Dat is ruim onder het vorige record van -5,5, dat uit 1909 stamt en toen in Winterswijk werd vastgesteld.

Ternauwernood gelukt

De baan heeft zondag om half 8 ’s ochtends een dikte van 3 à 4 millimeter. ,,Het natuurijs verslaat dit jaar het kunstijs,’’ lacht de trotse ijsmeester Hendrik van Prooije. ,,Onze niet te temmen sproeiploeg was bereid om er nog een nacht aan te wagen. Vooral om de kick die het geeft om ijs te maken in april.’’ De Winterswijker, die zelf ook zijn schaatsen onderbond, haalde zijn informatie de afgelopen dagen uit 4 weer-apps en besloot zaterdagavond laat met zijn team een poging te wagen, omdat het 4 of 5 graden zou gaan vriezen. ,,De asfalttemperatuur was overdag gelukkig niet al te hoog opgelopen en de nacht was helder. Het ijs is gevormd tussen 3 uur en 6 uur en het is ons ternauwernood gelukt’’, verklaart de ijsmeester na een spannende nacht. Halverwege de week leek het er al op dat de nacht van zaterdag op zondag de beste omstandigheden zou brengen.

Christiaan Streek is een van de zo´n twintig leden van de Winterswijkse IJsvereniging (WIJV) die zijn rondjes maakt. ,,Dinsdag heb ik hier geskeelerd, en nu dus schaatsen. Ongelofelijk’’, zegt Streek als hij met zijn sportvrienden het ijs opstapt.

De Universiteit Twente is betrokken bij de ontwikkeling van de Winterswijkse ’wonderbaan’, die vorig jaar geopend werd. Het is een technisch hoogstandje, waarbij de baan niet op de traditionele manier onder water wordt gezet, maar het water in de nacht over de baan wordt verneveld met onbemande sproeiwagens. Maar het geheim van de ijs- en skeelerbaan zit hem vooral in de ondergrond van de ijsvloer. De bodem heeft doorgaans een temperatuur van circa 9 graden, maar door de ijsvloer te isoleren van de grond door het plaatsen van een laag schuimbeton, ontdooit het ijs minder gauw en groeit het ijs sneller aan.

Niet erg druk

Het was zondagochtend niet heel erg druk, maar wel gezellig op en rond de baan. Hendrik van Prooije: ,,De meeste mensen hebben de schaatsen al weer op zolder liggen, maar wij konden ook pas op het allerlaatste moment zeggen of er geschaatst kon worden. Met 3 millimeter ijs is het ook maar goed dat er niet al te veel mensen zijn.’’ Gezien de vroege zonsopkomst werd er vanaf 07.30 uur geschaatst.

Schaatskenner en hoofdredacteur van Schaatsen.nl Léon de Kort spreekt ook over een primeur. ,,Volgens ons is er nooit in de recente decennia in april geschaatst. Wel was er soms ijs in de eerste helft van april gedurende de zeventiende eeuw, maar toen kwam men kennelijk nog niet op het idee dat je er ook over kon glijden met ijzer. Dus als Winterswijk geluk heeft, wordt dat een soort primeur’’, aldus De Kort.

In de loop van de ochtend is het naar verwachting al gedaan met de ijspret. De temperatuur loopt zondag op tot zo’n 8 graden, het is wisselend bewolkt en er valt wat winterse neerslag. In de nacht van zondag op maandag kan de temperatuur opnieuw dalen tot het vriespunt, maar het wordt niet meer zo koud als eerder.