Fotoserie: 9 keer werelderfgoed in eigen land

Molencomplex Kinderdijk. FOTO SHUTTERSTOCK
1. Molencomplex Kinderdijk-Elshout – werelderfgoed sinds 1997
Vanaf de molenwerkplaats komt Cock van den Berg (59) aangefietst. Petje op zijn hoofd, blauwe overall, zwarte klompen. In zijn hand een stuk hout, in de tas op het fietsrekje gereedschap. Van den Berg is molenaar van Museummolen Nederwaard, een boezemmolen uit 1738. Een latje van een wiek is vannacht afgebroken. Van den Berg, geboren en getogen tussen de molens van Kinderdijk, is het ene moment timmerman, dan metselaar of rietdekker. ,,En politieagent”, grapt hij. Tijdens een regulier zomerseizoen, dus zonder coronavirus, nemen soms wel duizend mensen een kijkje in zijn molen.
Kinderdijk telt 19 molens, die de Alblasserwaard droog hielden tot stoom- en elektrische gemalen het werk overnamen. Hier is bijna duizend jaar strijd tegen het water zichtbaar, dankzij de waterlopen, dijken, gemalen en sluizen. Het molencomplex toont volgens Unesco de indrukwekkende bijdrage die de Nederlanders hebben geleverd aan de technologie die dient om water onder controle te houden.
2. Van Nellefabriek – werelderfgoed sinds 2014
Het is dik 20 kilometer fietsen van Kinderdijk naar de Van Nellefabriek in Rotterdam, de eerste ‘daglichtfabriek’ van Europa. Met het pontje over de Lek en langs Krimpen aan den IJssel gaat de route via de Euromast, Erasmusbrug en De Kuip. Fietsen door Rotterdam gaat soepel dankzij brede fietspaden. Komend vanuit de stad zit de Van Nellefabriek wat verstopt achter de Beukelsbrug. Maar eenmaal op de Aelbrechtskade staan de stalen gevels en de vele ruiten te blinken in de zon.
De door Leen van der Vlugt ontworpen fabriek voor koffie, thee en tabak is Nederlands jongste erfgoed, gebouwd tussen 1925 en 1931. De fabriek wordt gezien als een van ‘s werelds meest uitzonderlijke iconen van industriële architectuur uit het begin van de 20ste eeuw. Het moest ‘de ideale fabriek’ worden. Zo zorgde daglicht voor aangename werkomstandigheden en het vele glas voor openheid. Ook staat de fabriek symbool voor de geschiedenis van invoer en verwerking van tropische producten in Nederland (en in de Rotterdamse haven in het bijzonder). Een rondleiding zit er even niet in, maar een rondje eromheen lopen is de moeite waard. Bedrijvigheid is er hier volop: het is anno 2020 een eventlocatie en kantorencomplex, inclusief horeca.
3. Grachtengordel Amsterdam – werelderfgoed sinds 2010
Wie naar en door het centrum van Amsterdam fietst, moet alert zijn. De rust van het Amsterdamse Bos maakt in het Vondelpark plaats voor hardlopers, wandelaars en fietsers die dwars door elkaar bewegen. Dan volgt de grachtengordel: Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht, Singel, Nieuwe Heren-, Keizers- en Prinsengracht en verschillende dwarsgrachten. Het gebied is bijna 200 hectare, de totale lengte van de grachten meet 14 kilometer en er zijn 80 bruggen.
De grachtengordel – aangelegd in de 17de eeuw – wordt gezien als een stedenbouwkundig, waterbouwkundig en architectonisch meesterwerk. Amsterdam barstte in de Gouden Eeuw uit zijn voegen, daarom werd om de oude middeleeuwse stad in concentrische bogen een netwerk van grachten aangelegd. Aan de grachten werden systematisch bomen aangeplant en achter de grachtenhuizen verschenen tuinen. Deze planmatige stadsuitbreiding diende over de hele wereld als voorbeeld.
4. De Stelling van Amsterdam – werelderfgoed sinds 1996
Gênant moment: in de Himalayazoutsteensauna van Fort Resort Beemster tikt iemand tegen mijn voet. Ik ben in slaap gevallen en snurk. Het lijf is moe, na ruim 100 kilometer fietsen.
Fort Resort Beemster is onderdeel van de Stelling van Amsterdam, het ligt in Droogmakerij de Beemster. Je kunt hier slapen en eten, de sauna is boven op het fort gebouwd. Veel mooier krijg je het niet, met uitzicht over het polderland. De Stelling van Amsterdam is een 135 kilometer lange verdedigingsring rond Amsterdam. Die ring – aangelegd tussen 1880 en 1914 – bestaat uit 42 forten, 4 batterijen en een flinke hoeveelheid dijken en sluizen. Bij dreiging van buitenaf kon het gebied buiten de Stelling onder water worden gezet. De Stelling zelf diende als Nationaal Reduit: het laatste toevluchtsoord voor regering en leger. Het fort aan de Nekkerweg is gebouwd in 1912 en werd vooral gebruikt als gevangenis, onder meer voor dienstweigeraars.
5. Droogmakerij de Beemster – werelderfgoed sinds 1999
Vera van Berge, van fruitteeltbedrijf Eerlijk & Heerlijk in Zuidoostbeemster, ziet me naar bakjes fruit in de winkel kijken. ,,We verkopen geen kersen, we verkopen smaak”, zegt ze. Ze wijst naar een kratje op de grond. ,,Dat zijn Hartlanders. Ze zijn uit hun jasje gescheurd, maar voor de smaak maakt het niks uit. Proef maar. We laten het fruit wat langer hangen, zodat het rijper is.”
Eerlijk & Heerlijk ligt aan de lange, ietwat saaie Purmerenderweg. Fruit doet het goed op kleigrond. Oude kleigrond, want al in 1612 werd De Beemster drooggemalen. Wie wil krijgt een rondleiding, Van Berge is een van de Beemsterren: ondernemers die het cultuurhistorische verhaal van De Beemster graag vertellen. Bij het afscheid geeft ze een doosje kersen mee dat net past in de achterzak van het fietsshirt.
De Beemster is een schoolvoorbeeld van hoe Nederlanders grote delen van het land hebben drooggelegd. Begin 17de eeuw was het een meer, het water bedreigde omliggende dorpen en steden, bovendien was meer landbouwgrond nodig. Daarom werd er een stevige dijk van 42 kilometer omheen gelegd. Aan de buitenzijde daarvan werd een ringvaart gegraven, vervolgens werd het meer met de hulp van 43 molens leeggepompt. In mei 1612 was de polder droog en kwamen er wegen, sloten en boerderijen. De inrichting vond plaats volgens een strak geometrisch patroon. Al fietsend heb je het niet door, maar op een landkaart zie je dat je door een modern schilderij rijdt.
6. Waddenzee – werelderfgoed sinds 2009
Wie in één streep van De Beemster naar de Waddenzee wil fietsen, staat een weinig inspirerende fietsroute te wachten. Het fietspad volgt de snelweg A7. Leuker is het via Enkhuizen en Medemblik.
Nergens ter wereld kom je zo’n uitgestrekt en gevarieerd dynamisch gebied tegen als de Waddenzee, vormgegeven door wind en getij. Eilanden, kwelders, mosselbanken, slikwad, stranden en zeegrasvelden vormen de habitat voor duizenden planten en dieren, het waddengebied is rust- en voedingsgebied voor miljoenen trekvogels.
Ik tik de zee aan via de Afsluitdijk, al is het fietspad daar tot eind 2022 gesloten in verband met versterkingswerk. Er rijden (gratis) fietsbussen vanaf Den Oever, die stoppen bij Kornwerderzand, een voormalig werkeiland en tegenwoordig een minidorp op en langs de Afsluitdijk. Vanaf daar kun je nog een paar honderd meter fietsen over de Afsluitdijk.
7. Woudagemaal – werelderfgoed sinds 1998
Het is fijn fietsen langs Witmarsum, Wommels, Easterein, Sneek en IJlst. Je moet er niet aan denken dat al die mooie dorpjes en stadjes onder water komen te liggen. Gelukkig is er het Woudagemaal in Lemmer, het grootste en enige nog functionerende stoomgemaal ter wereld. Strak en sober, in de bouwstijl van de Amsterdamse School. Het gemaal kan 4 miljoen liter water per minuut wegpompen uit de Friese boezem. In 1967 werd het werk overgenomen door het elektrische Hooglandgemaal in Stavoren. Bij extreem hoogwater wordt het stoomgemaal alsnog ingezet.
Tip: neem iets te drinken in de panoramazaal van het bezoekerscentrum naast het gemaal. Het uitzicht over de baai van Lemmer en het IJsselmeer is prachtig.
8. Schokland en omgeving – werelderfgoed sinds 1995
Zes jaar heb ik in Ens gewoond, een dorp in de Noordoostpolder, op steenworp afstand van Schokland. En nu fiets ik weer door dit dorp, op weg naar het voormalige eiland in de Zuiderzee. De kerk is een woonhuis geworden, snackbar Nobbe is verdwenen, op de oude volkstuin van mijn vader staan nu huizen. SV Ens bestaat gelukkig nog. Net buiten het dorp zie ik het kunstwerk waar ik als jochie zo vaak ben langsgereden. Het is een stalen V met golven. Welkom op de Zeebodem, staat erop. De V staat voor victorie, de overwinning op de zee. De golven symboliseren de overwonnen Zuiderzee.
Schokland lag eeuwenlang kwetsbaar in die Zuiderzee. Soms sloegen de golven delen van het eiland weg, waarop de regering in 1859 besloot dat de veelal arme eilandbewoners hun huizen moesten verlaten: 635 Schokkers verhuisden gedwongen naar het vasteland. Met de inpoldering van 1942 werd Schokland ingebed in de Noordoostpolder. Het kerkje uit 1834 staat er nog. Pronkstuk in het museum zijn de 4000 jaar oude voetafdrukken van een volwassene en een kind. Ze behoren tot de oudste voetafdrukken van Europa.
9. Rietveld Schröderhuis – werelderfgoed sinds 2000
„Flink verbouwen!” Dat was het antwoord van een buschauffeur die jaren geleden tussen het Centraal Museum en het Rietveld Schröderhuis in Utrecht pendelde op de vraag wat hij met dit wereldberoemde huis zou doen als het van hem was. Hij heeft een punt, vooral als je van comfortabel wonen houdt. Wie door het huis loopt, hoort de houten vloeren kraken. De keuken en badkamer zijn gedateerd, de ramen – enkel glas – maken de woning niet energiezuinig. Bovendien zijn de kamers klein. Ook het uitzicht is beter geweest: toen Truus Schröder de woning in 1924 met haar drie kinderen betrok, lag de drukke vierbaans Waterlinieweg er nog niet. Meubelmaker Gerrit Rietveld heeft de woning ontworpen, in nauwe samenspraak met Truus Schröder.
Het Rietveld Schröderhuis wordt gezien als een architectonisch meesterwerk, geënt op de idealen van De Stijl: vloeiende overgangen tussen binnen en buiten, de strakke horizontale en verticale lijnen en het gebruik van louter primaire kleuren. Rietveld maakte er een uitbundig experiment van. Kenners noemen dit gebouw het authentiekste De Stijl-gebouw ter wereld waarbij ‘binnen en buiten naadloos op elkaar aansluiten’. Het uitzicht – een uitgestrekt polderlandschap – speelde een belangrijke rol in het ontwerp. In de jaren 60 moest een groot deel van de voortuin plaatsmaken voor de vierbaansweg en een viaduct. Rietveld was ontdaan, de verbinding tussen binnen en buiten was volgens hem verdwenen. Wat hem betreft had het huis toen gesloopt mogen worden.