De dood van Tom Verlaine en een zwerver/uitvinder/componist die een eigen toonsysteem bedacht. Dit viel muziekexpert Jacob Haagsma deze week op in de pop

Television-frontman Tom Verlaine tijdens optreden op het Heineken Primavera Sound 2014 Festival (PS14), 30 mei 2014 in Barcelona.

Television-frontman Tom Verlaine tijdens optreden op het Heineken Primavera Sound 2014 Festival (PS14), 30 mei 2014 in Barcelona. Foto: Shutterstock

Muziekredacteur Jacob Haagsma heeft met maar druk met pop en wijde omstreken. Wat hield hem deze week nou weer van de straat?
Lees meer over
Muziek

En, Jacob, waar ben je deze week mee bezig?

Nou, onder andere met het verwerken van de dood van Tom Verlaine. Zijn verscheiden kreeg gelukkig ruimschoots aandacht, ook bij ons – maar niet online, helaas helaas. Maar dat viel me verder alleszins mee, omdat we de afgelopen jaren maar weinig van hem vernomen hebben.

Tom Verlaine, hm?

Hij was de grote man van Television, een van de belangrijkste, interessantste en meest invloedrijke bands die de punk- en new wave-generatie van rond 1977 heeft opgeleverd. Wat zeg ik, hij was de grootste, misschien wel de enige echte gitaarheld van die generatie.

Praat me bij.

Hij heette eigenlijk Tom, of liever Thomas, Miller. Artiestennaam Verlaine was een eerbewijs aan de gelijknamige dichter, voornaam Paul, een grote jongen van de Franse symbolisten van de negentiende eeuw. Plus dat zijn initialen voortaan mooi rijmden met die van zijn latere band. Tom was zo’n jongen die dan rondliep met boeken van zulke dichters. Net als Patti Smith, met wie hij een poosje verkering had..

En toen?

Toen werd hij dus zelf beroemd, of na ja, een beetje dan, met Television. Hun albumdebuut Marquee Moon geldt als een hoogtepunt uit die periode. Television was wel een van de meer muzikale bands van die hele New Yorkse scene. Eigenlijk een beetje een atypische band, tegen die achtergrond: soms lange, langzame nummers, compleet met gitaarsolo’s en op de hoes stond dan wie welke solo speelde.

Dat stond werkelijk geen werelden af van hippieband Grateful Dead, al zette die hele punkbeweging zich fanatiek af tegen dat verleden en werd Tom Verlaine boos als je hem vergeleek met Dead-voorman Jerry Garcia. Feit is wel dat hij ook al solist heel economisch en melodieus speelde, met een heldere, zo weinig mogelijk vervormde toon.

Dat scheelt.

Na twee Television-albums was het alweer gebeurd, en begon hij een solocarrière met een stel fraaie, maar minder spectaculaire platen. Toch had hij nog veel groter kunnen worden als hij al was, maar hij zat zichzelf wel wat in de weg.

Hoe dat zo?

Television maakte de eerste demo’s met de beroemde Brian Eno, maar die bevielen Verlaine niet zo en daar gaf hij dus die Eno de schuld van. Hij beschuldigde Bryan Ferry, van Roxy Music, van plagiaat en pakte ooit, bij een optreden in de beroemde New Yorkse club CBGB’s, een recorder af van Lou Reed, ook al benauwd dat die er met zijn ideeën vandoor zou gaan.

Ai.

Het ergste komt nog. David Bowie, niemand minder dan, wilde zijn nummer Kingdom Come opnemen, van zijn eerste, titelloze solo-album. Verlaine mocht zelfs meespelen. Maar hij zat zo te knoeien in de studio, met instellingen en zo, en hij had zo’n grote mond, dat hij op de uiteindelijke Bowie-versie (op Scary Monsters staat die) helemaal niet te horen is.

Tjonge. Heb jij ‘m wel eens gezien en gesproken?

Voor zover ik weet heeft Tom Verlaine nooit in Groningen gespeeld, maar wel in Sneek, in Het Bolwerk, 1987. Hij had net een prachtplaat uit, Flash Light , maar daar speelde meneer dus maar twee nummers van. Dat soort dingen. Desondanks staat dat optreden me nog levendig bij: heel bezwerend, magisch bijna. Climax was natuurlijk het titelnummer van die klassieke eerste Television-elpee, Marquee Moon , inmiddels uitgerekt tot ruim een kwartier gitaarerupties.

Het lijkt Grateful Dead wel.

Zeg dat nou niet te hard. Bijna twintig jaar later had ik hem eens aan de telefoon. Hij had toen net twee albums tegelijk uitgebracht, waarvan één compleet instrumentaal. Maar helaas, dat had ook voor dat interview kunnen gelden, want daar kwam zo weinig uit dat ik het uiteindelijk helemaal niet gebruikt heb. Voor die twee platen, uit 2006, had hij jaren niks uitgebracht en ook nadien bleef het stil, op wat samenwerkingen her en der na. Zo toerde hij met Patti Smith toen die haar klassieke albumdebuut Horses live deed. De kinderen van Smith hebben hem op zijn sterfbed verzorgd, lief vind ik dat. Maar dat verdient zo’n man wel, die zulke fraaie regels schreef als ‘ How I fell / right into the arms of Venus de Milo ’.

Huh?

Ik had nou zo gehoopt dat ik dat niet uit hoefde te leggen. Het beroemde Griekse beeld van die naam heeft immers helemaal geen armen.

Hm. Verder nog wat meegemaakt?

Ik heb ein-de-lijk mijn stukje over de nieuwe Kelela af, maar dat komt pas volgende week online, onder het nieuwe regime. Na ja, dan komt die plaat ook pas uit. Wel al online: mijn interview met Emma Ruth Rundle , op 10 februari in de Nieuwe Kerk in Groningen. Een uiterst heavy dame, met alleen gitaar en piano. En haar stem. Na ja, daar gaat dat stuk ook over.

Verder tikte ik van de week een stuk over Harry Partch, de zwerver/uitvinder/componist die een eigen toonsysteem bedacht , met wel 43 tonen. Hij bouwde er zijn eigen instrumenten bij, spectaculaire bouwsels soms. Scordatura Ensemble speelt op 5 februari stukken van hem in de St-Vituskerk in Finkum, dat maakt me wel nieuwsgierig.

Da’s toch klassiek? Wat moet dat in deze rubriek?

Dat maak ik zelf wel uit, hè. Bovendien heeft die man best veel invloed in de pop. Denk aan Tom Waits, Paul Simon, aan hele horden jonge componisten en ook wel bands die bezig zijn met just intonation .

Just intonation ?

Lees dat stuk nou maar.

Kijk jij ook al zo uit naar het komende festivalseizoen?

Nou! Maar dat wordt een dure grap . Een kaartje voor Lowlands tikt dit jaar de 300 euro aan, en dan moet je nog veel te dure biertjes drinken en dito èn veel te kleine bakjes eten kopen. De allereerste Lowlands in de polder, in 1993, kostte 75 toenmalige guldens, biertje 2,10. Guldens ook, dus. Goed, wel met twee podia tegen nu een stuk of twaalf of wie weet nog meer, maar toch.