Gluurtelevisie en geforceerde dates via het scherm: brengt ons dat nog iets? Ja, soms een match in Peru

Jacob Haagsma. Foto: Annet Eveleens
Het is wrede ironie, maar eigenlijk blijf ik alleen bij First Dates hangen als mijn vriendin naast me op de bank zit. Dan is het welwillend genieten van die moeizame gesprekken van die onbekenden aan de bar en dan aan een tafeltje in een nogal nondescript restaurant. Meer of minder doeltreffend gematcht door de redactie, op basis van de ingeleverde wensenlijstjes.
Een vriend van me was eens de pineut, opgegeven door een ongeduldig wordend familielid. Het was een oncomfortabele ervaring en het werd niks. Ik geloof dat hij het erger vond dat de redactie hem nogal pushte om zich de rekening toe te eigenen. Dat strookte niet met zijn normale dating-beleid (delen), vandaar, en hij was bang dat dat verwachtingen zou wekken bij de doelgroep.
Of er al huwelijken en kinderen uit dit format zijn voortgekomen weet ik zo niet, maar het blijft een nogal geforceerde manier van doen. Een blind date en nog televisiecamera’s die het zweet op je voorhoofd registreren op de koop toe. Maar ook niet veel geforceerder dan Tinder en dat soort dating-apps – ook via een scherm, welbeschouwd. Die vriend had later via Tinder een geslaagde date in Lima, Peru. Ik bedoel maar.
Poging tot ultiem levensgeluk
Soms duiken er bekende Nederlanders op, maar ook weer niet al te bekend natuurlijk. Annabel -hitzanger Hans de Booij deed een poging tot ultiem levensgeluk, zonder dat zijn tafelgenote dat in de gaten had.
Dit moment dook op in Media Inside , het programma dat vooral over televisie gaat. Dat refereerde aan Big Brother , ooit de oervorm van dit soort gluurtelevisie. Tot verbazing van presentator Gijs Groenteman en sidekick Marcel van Roosmalen bestaat het nog steeds.
Verschil met dat veelbekeken verleden: in het begin leefden de bewoners van het voor even beroemdste huis van het land hun leven haast zonder dat ze doorhadden dat ze massaal werden bespied. Tegenwoordig zijn ze zich daar maar al te bewust van, terwijl er bijna niemand meer kijkt.
Uitstraling van een dood vogeltje
Dat was een van de scherpere observaties in een verder best saai programma. Gijs Groenteman, de presentator, heeft de uitstraling van een dood vogeltje en het dodelijk bedoelde sarcasme van Marcel van Roosmalen krijgt trekken van een trucje.
Dat Groenteman zijn eigen regisseur door de mangel haalt wegens te pas en te onpas ingestarte bumpers is een doorzichtige manoeuvre om te voorkomen dat zijn eigen programma ten prooi valt aan dezelfde botte spot die zij op het Nederlandse medialandschap afvuren.
Ik kon al nooit zo goed tegen het veelvuldig bejubelde Promenade , dat me precies één keer tot een glimlach bracht (met de opmerking: ‘Dan moet je Frans spreken’, of zoiets), maar dan keek ik toch elke keer weer. De hoop dat het ooit wat wordt kan ik voor Media Inside niet meer opbrengen, vrees ik.
Het enige echt grappige vind ik het gestapelde Drostecacaobus-effect. Media Inside laat zich kritisch uit over dit of dat mediafenomeen ( Avastars bijvoorbeeld, inderdaad weer zo’n gedrocht uit de duim van John de Mol) en dat wordt dan op verscheidene plekken weer herkauwd als nieuws . Inclusief, u zag het al, deze column.