Job vertelt over zijn schermloze jeugd, voetbal op televisie en Gary Lineker | column Schermtijd

Job van Schaik. Foto: Jaspar Moulijn
En nee, ik ben niet bejaard. Het is echt niet zó lang geleden. We hebben het over de jaren 70 van de vorige eeuw.
Ik hoor de jongere lezers al roepen: Wat deed je dan wel, in vredesnaam? Nou, heel veel voetballen op het schoolplein, vissen aan de waterkant, boeken lezen, naar de radio luisteren, plaatjes draaien, spelletjes doen. En televisie kijken bij de buren of oude tantes, want schermzucht had ik wel degelijk.
Die behoefte werd meestal op woensdagmiddag bevredigd (met De film van Ome Willem en andere jeugdprogramma’s) en soms op woensdagavond of in het weekend, als er voetbal op tv was. Het was de tijd dat live uitzendingen van wedstrijden nog iets bijzonders waren.
De Commodore VIC-20
Alleen interlands en af en toe een Europese wedstrijd van een Nederlandse club waren rechtstreeks te zien. Mijn broer en ik keken ze vaak bij de ongetrouwde zussen van mijn oma, die een dorp verderop woonden. Ik herinner me nog goed de beslissende kwalificatiewedstrijd Nederland-België in november 1973, toen Oranje zich met de hakken over sloot voor het WK plaatste.
Mijn schermloze leven eindigde in 1982. Met het WK voetbal in Spanje in aantocht was het mijn broer en mij eindelijk gelukt om de andere huisgenoten ervan te overtuigen dat het leven zonder televisie geen leven was. Datzelfde jaar kocht mijn broer een Commodore VIC-20, een van de eerste homecomputers, vooral voor de spelletjes.
De televisie werd ingeschakeld als er sport op tv was, totdat mijn vader de detectiveseries ontdekte. Zo veranderden wij langzaam maar zeker van schermlozen tot schermzuchtigen, tot ergernis van mijn opa die bij ons inwoonde. Als de tv aanstond, mompelde hij hoofdschuddend ‘satansapparaat’, ‘duivelse praktijken’ of varianten daarop. Hij was dan ook van 1897.
John Motson
De schermzucht was onstuitbaar en breidde zich steeds verder uit, hoezeer mijn opa het ook afkeurde. Toen ik het huis uitging was schermverslaving een feit. Maar wat voetbal betreft, kwam er na verloop van jaren toch een omslag.
Die begon met de overdaad aan live wedstrijden. De opwinding van vroeger maakte plaats voor verveling en ergernis over de almaar toenemende vermarkting van de sport. Dat Talpa in 2005 de samenvattingen van de eredivisiewedstrijden overnam, was de druppel.
Alleen interlandvoetbal bleef ik op tv volgen, zij het mondjesmaat. Ik keek wel op zaterdagavond nog heel soms naar Match of the Day op de BBC, vooral vanwege commentator John Motson en die geweldige begintune.
Het WK in Qatar
Aan dat alles moest ik denken bij het relletje rond presentator Gary Lineker, die in een tweet het Britse asielbeleid kraakte. Eindelijk weer eens iemand in de voetbalwereld met het hart op de goede plek, dacht ik.
Ook bij het WK in Qatar had de oud-international zich al uitgesproken over schandalige uitbuiting van arbeiders. Zonder resultaat overigens. Het WK heeft niks ten goede veranderd en het zo bekritiseerde systeem van moderne slavernij bestaat nog steeds.
In de voetbalwereld regeert het grote geld als nooit tevoren. John Motson is vorige maand overleden. Ik stop nu echt met voetbal kijken.