Gebruik van drugs is niet strafbaar. En dat heeft een reden. Waarom we niet zo moeilijk moeten doen over Goldbands lijntje coke | column Joost Oomen
Dus als de zanger van de Haagse popband Goldband een envelopje coke krijgt aangeboden, en hij dat aanpakt en er een lijntje van neemt, dan doet hij juridisch gezien weinig verkeerd.
Goed, je kunt het hebben over de voorbeeldfunctie van een popgroep. Maar de voorlichting over de gevaren van drugs ligt mijn inziens bij ouders en docenten, niet bij rocksterren uit Den Haag.
Goed, je kunt het hebben over het bloederige systeem dat de zanger met zijn drugsgebruik in stand houdt. Maar ik denk dat Goldband de eerste zou zijn die liever dan coke uit Bolivia, coke van legale cocaplanten uit de kassen rond Den Haag zou gebruiken.
De keuze (want dat is het) dat dat niet bestaat, ligt niet bij Goldband maar bij tientallen jaren CDA-beleid. Een beleid dat drugs liever in de taboesfeer houdt.
Dat gebruik van drugs niet strafbaar is, heeft een reden. De reden is dat wanneer iemand problematisch veel gebruikt, verslaafd wordt, je iemand wilt helpen, met zo iemand op een open manier wilt praten. Geen enkele verslaafde raakt minder verslaafd door een enorme gevangenisstraf boven zijn of haar hoofd.
Dat wij daarover vrijelijk kunnen praten, dat we vrijelijk kunnen helpen, is een verworvenheid. En door elke keer, met de hele rimram van talkshows en Twitter, enorm krampachtig te reageren wanneer een popster een lijntje neemt op het podium, komt die verworvenheid onder druk te staan.
Het zorgt er niet voor dat popsterren minder gaan gebruiken. Het zorgt ervoor dat verslaafden dieper in donkere hoekjes duiken, dat wanneer een twintigjarige een keer een pilletje probeert en dat pilletje zit vol troep, de drempel om de huisarts of in het ergste geval een ambulance te bellen opeens veel hoger is.
Deze aanval op verworvenheden beperkt zich niet alleen tot drugsgebruik. Sinds 1984 is het een verworvenheid in Nederland dat iedereen die ongewenst zwanger is op een veilige manier abortus kan ondergaan. Vorige week schreef Lize Korpershoek een rustige, weloverwogen column over haar eigen abortus van tien jaar geleden.
Ze bleef dicht bij de feitelijke gebeurtenissen (de echo, haar misselijkheid) maar tussen de regels sijpelden het verdriet, de eenzaamheid én het gegeven dat je je daar absoluut niet voor hoeft te schamen, door. In plaats van daar bijval voor te krijgen, klommen allerlei conservatieve madames in de pen om haar van kindermoord te betichten.
Ik zeg niet dat door dat soort reacties er allerlei tienermeisjes met kledinghangers bezig gaan, maar ik zeg wel dat hierdoor de drempel om over abortus te praten, om een abortus in alle openheid te kunnen overwegen of verwerken, wordt verhoogd. Dat is gevaarlijk.
Verstandige mensen verdedigen verworvenheden. Niet omdat ze willen dat allerlei tieners coke proberen, niet omdat ze menen dat abortus leuk of hip is, maar omdat ze weten wat voor brokken er van komen wanneer dit soort verworvenheden verloren gaat.