Arme kunstenaars: groot wint, klein verliest
Kunstenaars zijn bereid een laag inkomen voor lief te nemen. Fotograaf, schilder, socioloog en econoom Hans Abbing schreef er in 2002 een boek over: Waarom zijn kunstenaars arm? ,,Na vijf tot tien jaar komt de teleurstelling.’’

Fotograaf, schilder, socioloog en econoom Hans Abbing in zijn atelier. FOTO JEAN-PIERRE JANS
Om maar met de deur in huis te vallen: kunstenaars zijn bereid om tegen een laag inkomen te werken. Ze nemen een leven in armoede voor lief, zolang ze maar kunnen doen wat ze het liefste doen: schilderen, schrijven, dansen, ontwerpen. Zo simpel is het. Kunstenaars hebben een roeping die sterker is dan de zucht naar financiële welvaart. En vooruit, het volgende is ook waar: de maatschappelijke status die aan het kunstenaarschap kleeft, is ontzettend verleidelijk. Het geeft je aanzien, het heeft iets magisch. En dan die vrijheid. Daarom wordt een jong mens kunstenaar, daarom probeert een kunstenaar uit alle macht, met hart en ziel, ook kunstenaar te blijven. Zelfs wanneer er een pandemie over de aarde woedt.